Gepubliceerd op woensdag 30 juni 2021
IT 3569
Rechtbank ||
26 jan 2021
Rechtbank 26 jan 2021, IT 3569; ECLI:NL:RBZWB:2021:383 (Eiser tegen gemeente Steenbergen), https://itenrecht.nl/artikelen/te-onbepaald-verzoek-is-geen-ingebrekestelling

Te onbepaald verzoek is geen ingebrekestelling

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 26 januari 2021, IT 3569; ECLI:NL:RBZWB:2021:383 (Eiser tegen gemeente Steenbergen)  Eiser heeft om inzage van zijn persoonsgegevens verzocht. Hierop heeft de gemeente Steenbergen verzocht om een aantal persoonsgegevens om zijn identiteit te kunnen vaststellen. Hier heeft eiser niet aan voldaan, terwijl hij wel de gemeente nogmaals heeft verzocht om een beslissing te nemen over zijn aanvraag. Vervolgens heeft hij beroep ingesteld bij de rechtbank tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn verzoek. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, omdat de tweede brief van eiser te onbepaald is en dus niet kan worden aangemerkt als een ingebrekestelling. 

5. (...) Uit de Awb en de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRS) volgt dat een ingebrekestelling schriftelijk moet zijn en in beginsel vormvrij is. Daarbij is wel vereist dat de inhoud van de ingebrekestelling herleidbaar moet zijn naar de oorspronkelijke aanvraag en het te nemen besluit, en het bestuursorgaan gemaand wordt binnen een bepaalde termijn alsnog een besluit te nemen (zie onder andere de uitspraak van de AbRS van 5 december 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY5083).

De ingebrekestelling is weliswaar vormvrij, maar heeft wel ten doel het college duidelijk en onomwonden ervan op de hoogte te stellen dat een beslissing wordt verlangd en dat bij het uitblijven daarvan nadere stappen ondernomen zullen worden. Uit de tekst van de brief van 26 september 2020 kan dit niet worden afgeleid. Het verzoek “hierin voortvarend te werk te gaan” is te onbepaald en betreft slechts een herinnering aan een lopend verzoek en de wens spoedig een besluit op dat verzoek te ontvangen. Bovendien is de inhoud van de ingebrekestelling niet herleidbaar naar de aanvraag en het te nemen besluit. Een enkele verwijzing naar “mijn brief d.d. 18 augustus 2020” geeft het college onvoldoende duidelijkheid welke aanvraag is gedaan en welke beslissing wordt verlangd.