Gepubliceerd op maandag 8 december 2025
IT 5037
Overige instanties ||
19 nov 2025
Overige instanties 19 nov 2025, IT 5037; ECLI:NL:OGEAA:2025:347 (TCB tegen Dot1), https://itenrecht.nl/artikelen/tcb-mocht-overeenkomst-met-appbouwer-niet-buitengerechtelijk-ontbinden

TCB mocht overeenkomst met appbouwer niet buitengerechtelijk ontbinden

Gerecht Aruba 19 november 2025, IT 5037; ECLI:NL:OGEAA:2025:347 (TCB tegen Dot1). Tourism Corporation Bonaire (hierna: TCB) gaf Dot1 Technologies de opdracht een app te ontwikkelen. Volgens Dot1 was de app gereed voor opname in de appstores van Apple en Google, maar bleef plaatsing uit omdat TCB de vereiste registratie niet regelde. TCB ontkent dat zij de app tijdig heeft ontvangen of dat zij hierover voldoende is geïnformeerd. Door interne wisselingen en een beleidswijziging bij TCB (rebranding en nieuwe website) verdween het app-project enige tijd uit beeld. Eind 2022 hernam TCB het contact, maar communicatieproblemen en wantrouwen ontstonden nadat Dot1 informatie stuurde via een onbekend e-mailadres. TCB ontbond vervolgens de overeenkomst buitengerechtelijk. 

Het Gerecht oordeelt dat Dot1 aannemelijk heeft gemaakt dat zij werkzaamheden heeft verricht en dat de app in een vergevorderd stadium was. Hoewel Dot1 tekort is geschoten door de app niet tijdig op verzoek van TCB te tonen, is deze tekortkoming niet ernstig genoeg om de buitengerechtelijke ontbinding te rechtvaardigen. De overeenkomst is dus niet rechtsgeldig ontbonden. Aangezien duidelijk is dat TCB niet met Dot1 verder wil en de app inmiddels geen nut meer heeft, beschouwt het Gerecht de brief van TCB van 26 februari 2023 als een opzegging ex artikel 7:408 BW. Op grond van artikel 7:411 BW heeft Dot1 dan recht op een redelijke vergoeding voor het werk dat zij tot dan toe heeft verricht. Dot1 moet opgave doen van de bestede tijd en bespaarde kosten. Daarna mag TCB reageren, waarna het Gerecht het redelijk loon zal vaststellen. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden. 

2.7 Gelet op wat hiervoor is overwogen en de waarnemingen van het Gerecht op de zitting over hoe de app eruit ziet komt het Gerecht tot het oordeel dat de buitengerechtelijke ontbinding geen doel treft. Dat betekent in principe dat de overeenkomst voortduurt en dat partijen deze nog moeten nakomen. Echter, duidelijk is dat TCB niet verder wil met de samenwerking en dat deze overeenkomst ook geen enkel doel meer dient omdat TCB inmiddels een goed werkende website heeft. Het Gerecht merkt daarom de brief van 26 februari 2023 aan als een opzegging door de opdrachtgever in de zin van artikel 7:408 BW. Dat betekent dat de overeenkomst tussen partijen door die opzegging tot een einde is gekomen. Artikel 7:411 BW bepaalt dat in dat geval de opdrachtnemer recht heeft op een naar redelijkheid vast te stellen deel van het loon. Het Gerecht oordeelt dat Dot1 geen recht heeft op het volledig overeengekomen loon vanwege haar verzuim tijdig na oktober 2022 de app aan TCB te tonen.