Gepubliceerd op maandag 14 maart 2022
IT 3857
Rechtbank Amsterdam ||
12 jan 2022
Rechtbank Amsterdam 12 jan 2022, IT 3857; ECLI:NL:RBAMS:2022:152 (Eiser tegen Hoist Finance), https://itenrecht.nl/artikelen/spoedeisend-belang-bij-verwijderen-bkr-registratie-onvoldoende-onderbouwd

Spoedeisend belang bij verwijderen BKR-registratie onvoldoende onderbouwd

Vzr. Rb Amsterdam 12 januari 2022, IT 3857; ECLI:NL:RBAMS:2022:152 (Eiser tegen Hoist Finance) Eiser vordert dat zijn BKR-registratie wordt gewijzigd. Hij heeft zijn spoedeisend belang toegelicht door te stellen dat hij in een huurhuis woont met zijn gezin en een woning te koop zag staan die hij graag wilde hebben, maar hier geen hypotheek voor kon krijgen vanwege de BKR-vermelding. Hij zou door deze vermelding onevenredig groot nadeel lijden. De voorzieningenrechter oordeelt dat eiser een nieuw verzoek als bedoeld in artikel 21 AVG aan Hoist had kunnen doen op het moment dat hij daadwerkelijk financiering nodig had. Bij eventuele afwijzing hiervan zou hij wederom zes weken hebben gehad om de kwestie aan de rechtbank voor te leggen. Bij spoed kon hij een kort geding starten. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft eiser onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zijn omstandigheden zo nijpend waren dat grond bestond voor een onmiddellijk ingrijpen in kort geding. De voorzieningenrechter weigert de gevraagde voorziening.

2.5. Het spoedeisend belang van [eiser] is hiermee onvoldoende onderbouwd. Het is begrijpelijk dat hij voor zijn gezin een woning wil kopen als de gelegenheid zich voordoet, maar hij had, op het moment dat hij daadwerkelijk financiering nodig had, een nieuw verzoek als bedoeld in artikel 21 AVG aan Hoist kunnen doen. Daarna zou hij, bij een eventuele afwijzing, wederom een periode van zes weken hebben gehad om de kwestie aan de rechtbank voor te leggen.