11 sep 2020
Schadevergoedingsbeding niet onredelijk bezwarend
Ktr. Rechtbank Rotterdam 11 september 2020, IT 3307; ECLI:NL:RBROT:2020:8836 (Direct Pay tegen gedaagde) Telecomrecht. Tussen een provider en gedaagde is in 2017 is een sim-only abonnement overeengekomen voor de duur van 24 maanden. Als betaalwijze is overeengekomen dat de maandelijkse facturen per automatische incasso zullen worden voldaan. Ondanks herhaaldelijke aanmaning, lukt het Direct Pay niet de bedragen per automatische incasso te incasseren en heeft gedaagde de bedragen niet zelf overgemaakt. Uiteindelijk ontbindt gedaagde de overeenkomst vroegtijdig wegens emigratie. De vordering is gecedeerd aan Direct Pay. Ook nu gedaagde een machtiging tot automatische incasso had afgegeven, bleef het de verantwoordelijkheid van gedaagde om zorg te dragen voor tijdige en volledige betaling. De vordering tot betaling van de verschuldigde factuurbedragen wordt toegewezen. Daarnaast is niet komen vast te staan dat gedaagde een bewijs van emigratie aan de provider heeft doen toekomen. Direct Pay beroept zich op een beding in de algemene voorwaarden op grond waarvan gedaagde een gematigde schadevergoeding dient te voldoen voor de resterende abonnementstermijnen. Dit beding is in lijn met de aanbevelingen uit het rapport Ambtshalve toetsing II/III en derhalve niet onredelijk bezwarend. De vordering tot betaling van de schadevergoeding wordt toegewezen.
5.6. Nu er sprake was een achterstand in de betaling van de maandelijks verschuldigde facturen en [gedaagde] , ook na herinnering, niet tot aanzuivering is overgegaan, was [bedrijf] op grond van artikel 5 van de algemene voorwaarden gerechtigd over te gaan tot ontbinding van de overeenkomst. Naar aanleiding daarvan heeft [bedrijf] op 27 april 2018 een eindfactuur opgemaakt, waarbij zij een schadevergoeding voor de resterende abonnementstermijnen in rekening heeft gebracht.
5.7. Ten aanzien van de schadevergoeding voor de resterende abonnementstermijnen beroept Direct Pay zich op een beding dat is opgesteld om in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen. De kantonrechter dient op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie (o.a. 4 juni 2009, C 243/08) ambtshalve te beoordelen of het beding onredelijk bezwarend is. Bij de Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 inzake oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten is een indicatieve lijst gevoegd van mogelijk oneerlijke bedingen. Door het beding waarop Direct Pay zich beroept, moet de consument over de minimumduur van het contract de helft van de resterende abonnementskosten betalen. Dit beding is in lijn met de aanbevelingen uit het rapport Ambtshalve toetsing II/III en de kantonrechter is dan ook van oordeel dat dit beding niet onredelijk bezwarend is.
Aangezien de door Direct Pay gematigde schadevergoeding in overeenstemming is met de aanbevelingen uit het rapport Ambtshalve toetsing II/III, is ook het uit hoofde van de factuur van 27 april 2018 gevorderde bedrag van € 37,17 toewijsbaar. Dat [gedaagde] deze factuur wegens zijn emigratie niet heeft gezien, maakt dit oordeel niet anders. Dat verandert immers niets aan het feit dat [bedrijf] de overeenkomst op terechte gronden heeft ontbonden, hetgeen conform de algemene voorwaarden tot een schadevergoedingsplicht voor [gedaagde] heeft geleid. Het had bovendien op de weg van [gedaagde] gelegen [bedrijf] op de hoogte te brengen van een eventuele adreswijziging. Gesteld noch gebleken is dat [gedaagde] dit heeft gedaan. [gedaagde] heeft immers na het telefoongesprek van 27 februari 2018 niets meer van zich laten horen. [bedrijf] heeft de factuur van 27 april 2018 derhalve op terechte gronden naar het bij haar bekende adres gezonden. Dat [gedaagde] die factuur vervolgens niet heeft gezien, komt voor zijn rekening en risico.
5.8. Het bovenstaande leidt tot de slotsom dat de gevorderde hoofdsom van in totaal € 107,17 zal worden toegewezen.