23 okt 2024
Kopieer citeerwijze ||
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen vreemdeling
RvS over beschadigde elektronische handtekening
RvS 23 oktober 2024, IT 4719; ECLI:NL:RVS:2024:4237 (Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen vreemdeling) De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 22 augustus 2023 een vreemdeling in bewaring gesteld. De maatregel van bewaring was ondertekend met een elektronische handtekening door een medewerker van de Dienst Terugkeer en Vertrek. Bij het valideren van deze handtekening ontstond een foutmelding, waardoor de geldigheid van de handtekening in twijfel werd getrokken. De rechtbank oordeelde aanvankelijk dat de maatregel rechtsgeldig tot stand was gekomen, ondanks de foutmelding. De vreemdeling ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. De Raad van State oordeelt dat de maatregel van bewaring rechtsgeldig was ondertekend, ondanks de foutmelding bij de validatie van de elektronische handtekening. De Raad stelt vast dat de foutmelding het gevolg was van een automatische omzetting van het bestand door de Rechtspraak, waardoor de handtekening beschadigd raakte. De originele handtekening bleek bij onafhankelijke validatie door de deskundige wel geldig te zijn.
6.1. De door hem onderzochte foutmelding is volgens hem kenmerkend voor de beschadiging van de handtekening die onder meer ontstaat bij de omzetting van het bestand zoals dat hier is gebeurd. Ook heeft hij geconcludeerd dat het originele onbeschadigde bestand van de minister inhoudelijk geen verschillen vertoont met de versie die ter beschikking is gesteld in het digitaal dossier. Op zitting bij de Afdeling heeft hij daarover verklaard dat bij een inhoudelijke aanpassing na ondertekening van het bestand een andere foutmelding verschijnt. Tot slot volgt uit het rapport dat het niet waarschijnlijk is dat er iets mis is met de certificering van de handtekening.
7. De Afdeling stelt vast dat ook zij de elektronische handtekening in het originele bestand, bedoeld onder 6, zelfstandig heeft kunnen valideren. Daaruit blijkt dat de handtekening geldig is en de maatregel daarna inhoudelijk niet is gewijzigd. Dat betekent dat de maatregel rechtsgeldig is ondertekend. Dat de vreemdeling door de omzetting van dit bestand bij de Rechtspraak alleen beschikking had over een versie van de maatregel met een ongeldige handtekening, maakt niet dat niet van de geldigheid van de handtekening kan worden uitgegaan. De Afdeling wijst ter vergelijking op haar uitspraak van 12 maart 2021, ECLI:NL:RVS:2021:543.