10 dec 2024
Rijkswaterstaat niet verplicht tot vaste maandelijkse afname van intelligente wegkantstations

Rb. Den Haag 10 december 2024, IT 4760; ECLI:NL:RBDHA:2024:22442 (RWS tegen Vialis) Rijkswaterstaat (RWS) een Europese aanbestedingsprocedure georganiseerd voor de levering van intelligente wegkantstations (iWKS), waarbij Vialis een perceel heeft gewonnen. RWS heeft slechts een beperkt aantal iWKS-en besteld, terwijl Vialis stelt dat RWS contractueel verplicht is om gedurende de looptijd van vijf jaar in totaal 1.000 iWKS-en af te nemen. Vialis vordert onder andere dat RWS wordt veroordeeld om in 2025 maandelijks 40 iWKS-en af te nemen en een bindende planning af te geven.
De voorzieningenrechter oordeelt dat RWS niet verplicht is om maandelijks een vast aantal iWKS van Vialis af te nemen. De voorzieningenrechter vindt dat de contractuele verplichtingen van RWS niet zo ver strekken als Vialis beweert. Er is geen bewijs dat RWS zich heeft verbonden aan de afname van een specifiek aantal iWKS-en per maand. De voorzieningenrechter wijst daarom de vorderingen van Vialis af. De voorzieningenrechter oordeelt dat de gunningsbeslissingen van RWS voldoende zijn gemotiveerd en dat de beoordelingscommissie zorgvuldig en objectief heeft gehandeld. Vialis heeft onvoldoende concrete bewijzen geleverd om aan te tonen dat de gunningsbeslissingen onbegrijpelijk zijn of dat er procedurele of inhoudelijke fouten zijn gemaakt.
4.4. De voorzieningenrechter is van oordeel dat uit de contractstukken niet kan worden afgeleid dat op RWS een afdwingbare verplichting rust om 1.000 iWKS-en van Vialis af te nemen. In paragraaf 2.4 van het Selectie document is expliciet vermeld dat het aantal iWKS-en gedurende de looptijd van de overeenkomst “naar verwachting circa 1.000 stuks” betreft en dat de geraamde opdrachtwaarde een “indicatie” is “waaraan geen rechten kunnen worden ontleend”. In diezelfde paragraaf staat ook dat het feitelijke aantal te leveren iWKS-en afhangt van de bestellingen die worden geplaatst door de aannemers die aanleg- en onderhoudswerkzaamheden uitvoeren. Voor een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver had daarmee duidelijk moeten zijn dat het genoemde aantal van 1.000 stuks geen afnamegarantie betrof en dat RWS afhankelijk is van de bestellingen die door zijn uitvoerende aannemers worden geplaatst. Dat inschrijvers dat ook zo hebben begrepen, blijkt wel uit het feit dat het ontbreken van een afnamegarantie heeft geleid tot vragen (zie onder meer vragen 150 en 179 NvI). Naar aanleiding daarvan heeft RWS besloten om in artikel 9.7 van de overeenkomst een vergoedingsregeling op te nemen voor het geval dat “de omvang van de afgenomen iWKS 10% minder is dan de omvang genoemd in art. 2.1 [van circa 1.000 iWKS-en, vzr].” Kortom: van meet af aan was duidelijk dat RWS geen afnamegarantie van 1.000 iWKS-en zou verstrekken en die omstandigheid is, na vragen daarover, ook door RWS verdisconteerd in de overeenkomst.