19 nov 2021
Rechtsgevolgen bestreden besluit blijven in stand
Rb. Midden-Nederland 19 november 2021, IT 4030; ECLI:NL:RBMNE:2021:5802 (eiser tegen Minister van Financiën) Verweerder heeft bij besluit van 12 januari 2021 (bestreden besluit) het bezwaar van eiser, gericht tegen een besluit van verweerder, gedeeltelijk afgewezen. Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. De rechtbank stelt vast dat het doel van de AVG onder meer is dat eiser kennis kan nemen van zijn persoonsgegeven en deze kan controleren. Dat is hier met het verstrekken van twee documenten gedaan. Ook wordt er door de rechtbank geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat verweerder meer Verklaringen va geregistreerd inkomen en volgverklaringen had dan die hij aan eiser heeft gegeven. Verweerder heeft echter pas bij verweerschrift inzage gegeven in de Verklaring geregistreerd inkomen 2016 in plaats van bij het bestreden besluit. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit voor zover daarbij geen inzage is gegeven in de Verklaring geregistreerd inkomen 2016. De rechtsgevolgen van het bestreden besluit blijven in stand omdat de verweerder de Verklaring alsnog aan eiser heeft verstrekt bij het verweerschrift.
6.5. De rechtbank dient vervolgens de opmaak van bijlage 18 te beoordelen omdat eiser aanvoert dat dit document niet voldoet aan de eisen die de AVG stelt (zie punt 6.1). De rechtbank stelt vast dat uit het bijlage 18 voldoende duidelijk blijkt welke persoonsgegevens van eiser zijn verstrekt aan WSL. Verweerder is daarom op grond van de AVG niet gehouden – anders dan dat eiser stelt – om meer details op te nemen in de titel. Ook is verweerder op grond van de AVG niet gehouden om een andere opmaak te hanteren of om bijlage 19 op te nemen in bijlage 18. Het doel van de AVG is onder meer dat eiser kennis kan nemen van zijn persoonsgegevens en deze kan controleren en dat is met het verstrekken van deze twee documenten het geval. De wijze waarop verweerder dat heeft gedaan, is voldoende duidelijk. De beroepsgrond slaagt niet.
7.9. Uit het hiervoor overwogene volgt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat er meer Verklaringen van geregistreerd inkomen en volgverklaringen zijn dan verweerder aan eiser heeft gegeven. Omdat dit niet aannemelijk is gemaakt, hoeft verweerder deze gegevens ook niet op te nemen in het overzicht van bijlage 18. Voor wat betreft de Verklaring geregistreerd inkomen 2016 die verweerder van eiser zelf had ontvangen, geldt dat verweerder daar pas bij het verweerschrift inzage in heeft gegeven in plaats van bij het bestreden besluit. De beroepsgrond slaagt daarom gedeeltelijk.