Gepubliceerd op dinsdag 4 maart 2025
IT 4798
Rechtbank Noord-Holland ||
26 feb 2025
Rechtbank Noord-Holland 26 feb 2025, IT 4798; ECLI:NL:RBNNE:2025:702 (Eiseres tegen BML), https://itenrecht.nl/artikelen/rechtbank-verklaart-kansspelovereenkomst-nietig-bml-group-moet-verliezen-consument-vergoeden

Rechtbank verklaart kansspelovereenkomst nietig: BML Group moet verliezen consument vergoeden

Rb. Noord-Nederland 26 februari 2025, IT 4798; ECLI:NL:RBNNE:2025:702 (Eiseres tegen BML). Deze zaak betreft een geschil tussen een consument en het Maltees gokbedrijf BML Group Limited. De consument lijdt aanzienlijke verliezen door deelname aan online kansspelen die BML aanbiedt zonder vergunning van de Nederlandse Kansspelautoriteit (Ksa). De rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de kansspelovereenkomst tussen de consument en BML nietig is wegens strijd met artikel 1 lid 1 onder a van de Wet op de kansspelen (Wok). Dit artikel verbiedt het aanbieden van kansspelen zonder vergunning. BML heeft wel een vergunning in Malta, maar niet in Nederland, en richt zich mede op de Nederlandse markt. De rechtbank wijst het verweer van BML af dat zij op grond van artikel 56 VWEU onlinekansspelen in Nederland mag aanbieden. De rechtbank stelt dat het Nederlandse vergunningstelsel niet in strijd is met het vrije verkeer van diensten binnen de EU. De nietigheid van de overeenkomst betekent dat de consument recht heeft op terugbetaling van haar nettoverlies, zijnde € 119.634,36. Daarnaast wijst de rechtbank de wettelijke rente toe vanaf 3 mei 2023. BML’s argumenten over opportunistisch gedrag van spelers en de disproportionaliteit van de nietigheid worden verworpen.

De rechtbank benadrukt dat de Wok tot doel heeft de geldigheid van daarmee strijdige rechtshandelingen aan te tasten. De prioriteringscriteria van de Ksa worden niet gezien als een gedoogbeleid. De rechtbank verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, ondanks BML’s bezwaren over een mogelijk restitutierisico. De proceskosten komen voor rekening van BML. De rechtbank acht zich bevoegd om kennis te nemen van het geschil op grond van Verordening (EU) nr. 1215/2012 (Brussel I-bis). Het toepasselijke recht is Nederlands recht, ondanks een rechtskeuzebeding voor Maltees recht in de algemene voorwaarden van BML. De rechtbank vernietigt dit beding als onredelijk bezwarend.

4.20. De rechtbank is van oordeel dat de door BML online aangeboden kansspelen onder de werking de Wok vallen en dat zij over een vergunning van de Ksa diende te beschikken om gelegenheid te mogen geven tot het aanbieden van die kansspelen in Nederland. Deze vergunning had BML gedurende de speelperiode niet. In dit kader heeft BML nog aangevoerd dat zij op grond van artikel 56 van het Verdrag inzake de Werking van de Europese Unie (VWEU) onlinekansspelen in Nederland mag aanbieden op grond van haar Maltese vergunning. Aan dit verweer gaat de rechtbank voorbij. Het is immers vaste rechtspraak dat artikel 56 VWEU, dat voorziet in het vrije verkeer van diensten binnen de Europese Unie, zich er niet tegen verzet dat een lidstaat een eigen gesloten stelsel van vergunningen hanteert zoals bedoeld in de Wok4. In het licht van deze vaste rechtspraak ziet de rechtbank op dit moment geen aanleiding om betekenis toe te kennen aan de door een Maltese rechter in 2023 ingediend verzoek om een prejudiciële beslissing op de vraag of artikel 56 VWEU zich verzet tegen een vordering tot terugbetaling van verliezen gericht tegen een kansspelaanbieder die niet beschikt over een vergunning in de lidstaat waar de deelnemer woonachtig is maar wel in de lidstaat waar de kansspelaanbieder zelf is gevestig