"As-is" = volledige exoneratie
Rechtbank 's-Gravenhage 23 maart 2011 (Phoenix/Bombardier), LJN BP9660. Geen IT, maar wel veel concepten die ook bij IT spelen. Schadevergoeding i.v.m. uitgebrande treinstellen. Constructiefout? Geklaagd binnen bekwame tijd? Exoneratiebeding. De rechtbank overweegt onder meer: "De door de rechtbank voorgestane uitleg brengt met zich dat de "AS IS" bepaling strekt tot een algehele uitsluiting van de aansprakelijkheid van Bombardier." Met dank aan Polo van der Putt, Vondst Advocaten.
Treinstellen 18 en 19 zijn uitgebrand. Bombardier, de verkoper, is aansprakelijk gesteld voor de schade aan treinstel 19, maar treinstel 18 is daarbij slechts ter illustratie opgevoerd. Pas in de dagvaarding wordt ook schade terzake van treinstel 18 gevorderd. Te laat volgens de rechtbank:
"4.10.Alles overziende is de rechtbank van oordeel dat de klachttermijn als bedoeld in art. 7:23 lid 1 BW wel is overschreden ten aanzien treinstel 18, maar niet ten aanzien van treinstel 19. Dat betekent dat het beroep op non-conformiteit ter zake van treinstel 18 is vervallen en hierna dus uitsluitend de vordering ter zake van treinstel 19 zal worden beoordeeld."
De zaak spitst zich vervolgens toe op aanprakelijkheid:
"4.11.Bombardier heeft voorts betoogd dat de vordering van Phoenix afstuit op de omstandigheid dat volgens het tussen haar en IR bestaande contractuele regime iedere aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door de treinstellen is uitgesloten. Art. 7.5.1 van het Addendum no. 1 (zie rov.2.7) bepaalt immers dat de treinstellen 18 en 19 will be purchased "AS IS". Volgens Bombardier moet hieraan de uitleg worden gegeven dat de koper het gekochte aanvaard met alle bekende en onbekende gebreken en volgt derhalve uit dat artikel dat elke aansprakelijkheid is uitgesloten. [...]
4.13.Uit art. 23.1 van het PRA-II contract volgt dat Bombardier een ruime aansprakelijkheid aanvaardt tot aan de risk transfer date, dat wil zeggen het moment waarop de treinen door Bombardier in Israël zijn afgeleverd, daar zijn getest en vervolgens door IR zijn geaccepteerd. Volgens art. 18 juncto 16 van het PRA-II contract draagt IR het risico voor de treinstellen vanaf het moment van acceptatie. Bombardier biedt blijkens de warranty-bepaling van art. 15 van het PRA-II contract vanaf dat moment nog wel een garantie van maximaal 36 maanden op herstel en vervanging van onderdelen. [...]
4.16.Op grond van de hiervoor genoemde bepalingen concludeert de rechtbank dat partijen hebben beoogd om het regime van het PRA-II contract van toepassing te laten zijn op de koop van de treinstellen 18 en 19. Naar het oordeel van de rechtbank moet de "AS IS" bepaling van art. 7.5.1 van het Addendum, dan ook worden uitgelegd in overeenstemming met de in het PRA-II contract gekozen systematiek dat Bombardier het risico draagt voor de treinstellen tot aan het moment van acceptatie door IR en dat zij vanaf dat moment uitsluitend nog verantwoordelijk is voor herstel en vervanging van onderdelen met inachtneming van de "wear-and-tear" bepaling. Daarmee strookt ook dat partijen in aanvulling op en tevens in afwijking van het PRA-II regime in art. 7.5.2 van het Addendum hebben bepaald dat de garantieperiode ten aanzien van de treinstellen 18 en 19 verstreken is. De beide treinstellen waren immers reeds enige jaren geleden door IR geaccepteerd en werden sindsdien door IR gebruikt (en onderhouden). De door de rechtbank voorgestane uitleg brengt met zich dat de "AS IS" bepaling strekt tot een algehele uitsluiting van de aansprakelijkheid van Bombardier. De door Phoenix voorgestane uitleg van de "AS IS" bepaling dat werd beoogd onvolkomenheden in te sluiten bij de conformiteit zou daarentegen een afwijking inhouden van het regime van het PRA-II en bovendien in strijd zijn met de tekst van art. 7.5.2 van het Addendum. "
Is de exoneratie onredelijk en dient zij buiten toepassing te worden gelaten? Nee, het betreft hier twee professionele partijen en afnemer is verzekerd, de exoneratie houdt stand:
"4.17.Het door Phoenix opgeworpen beroep op art. 6:248 lid 2 wordt door de rechtbank verworpen. Gegeven de omstandigheid dat de exoneratie is afgesproken tussen twee grote deskundige partijen en de verdeling van aansprakelijkheid getuigt van evenwicht tussen deze twee partijen, is de getroffen regeling niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar te achten. Dat geldt temeer nu de treinen reeds langere tijd bij IR in gebruik waren en door haar werden onderhouden. IR is bovendien verzekerd voor de eventuele schade. De omstandigheid dat het contract eenzijdig door Bombardier is geconcipieerd, doet daar niet aan af, temeer nu niet is gesteld, noch gebleken dat IR zich bij de aankoop niet van juridische bijstand heeft verzekerd of daar de mogelijkheid niet toe zou hebben gehad."