Prejudiciële vragen: Beperking toepasselijkheid vergoedingen om faciliteiten te installeren
Prejudiciële vragen aan HvJ EU 8 januari 2013, zaak C-25/13 (France Telecom España tegen Diputación de Barcelona)
Telecom. Verzoeksters bezwaar wordt afgewezen tegen een besluit van de belastingdienst van Barcelona (2009) waarin heffingen opgelegd zijn door de gemeente La Roca del Vallés voor het particulier of bijzonder gebruik van het gemeentelijke publieke domein. Het gaat om gebruik van grond voor de installatie van telecomfaciliteiten. Verzoekster gaat in beroep omdat zij van mening is dat de heffing onverenigbaar is met de telecomrichtlijnen RL 2002/19, /20 en /21 (zie boven). Het HvJ EU heeft eerder uitspraak gedaan over het innen van dergelijke vergoedingen. In zijn uitspraak in de gevoegde zaken C 55/11, C-57/11 en C-58/11 (red. zie IT 827) heeft hij over artikel 13 van RL 2002/20 bepaald “dat het eraan in de weg staat dat een vergoeding voor rechten om faciliteiten te installeren op, boven of onder openbare of particuliere eigendom wordt gevraagd aan ondernemingen die niet de eigenaar zijn van deze faciliteiten, maar deze gebruiken om mobieletelefoniediensten te leveren.” Ook is in dat arrest vastgesteld dat bedrijven die gemachtigd zijn telecomdiensten te verlenen daarbij het recht hebben verworven faciliteiten te installeren op, boven of onder openbare of particuliere eigendom.
De Spaanse HR heeft diverse arresten gewezen waarbij klagers over het ten onrechte opleggen van belastingen in het gelijk zijn gesteld. Ook is de wettelijke regeling aangepast om de mobieletelefonie-exploitanten van de heffing uit te sluiten. In deze zaak rijst de vraag of het gaat om een gebruiksvergoeding of om een vergoeding voor de verlening van een recht. De gemeente die de belasting heeft opgelegd gaat ervan uit dat het een tegenprestatie is voor het verlenen van de genoemde rechten. Omdat er teveel twijfel en onduidelijkheid is besluit de verwijzende Spaanse rechter het HvJ EU de volgende twee vragen voor te leggen:
1.- Geldt de beperking van de toepasselijkheid van de vergoedingen van artikel 13 van de (Machtigings)richtlijn tot uitsluitend de exploitanten van telecommunicatienetwerken, zoals het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft uitgemaakt in zijn arrest van 12 juli 2012, ook voor alle andere vergoedingen of tegenprestaties die rechthebbenden van openbare of particuliere eigendommen ontvangen als tegenprestatie voor de installatie van faciliteiten van die telecommunicatienetwerken op hun terrein of eigendom?
2.- Moeten deze vergoedingen en de personen die deze verschuldigd zijn, worden bepaald volgens het nationale recht van de lidstaat?