Pakbonnen en verzendlijsten
kantonrechter Rechtbank Utrecht 22 juni 2011, LJN BQ9789 (Direct Pay Services tegen gedaagde)
E-Commerce, koop op afstand. Verkoper kan geen bewijs leveren door pakbonnen en verzendlijsten in te brengen. Proceskosten nihil.
2.6. [gedaagde] is consument. Van belang is dat de overeenkomst tot stand is gekomen via telefonische verkoop en is te kwalificeren als een overeenkomst op afstand. Hierdoor is het regime van de artikelen 7:46a tot en met 7:46j BW van toepassing. Voor een dergelijke overeenkomst geldt dat de verkoper 30 dagen na de bestelling door de klant het product aan de klant dient te leveren. Doet hij dit niet, dan treedt verzuim aan de zijde van de verkoper op (artikel 7:46f BW). [gedaagde] heeft betwist enig pakket van Beyond Beauty te hebben ontvangen. Het ligt op de weg van Direct Pay te bewijzen dat [gedaagde] de pakketten heeft ontvangen. Ter onderbouwing van haar stelling heeft Direct Pay aangeboden de pakbonnen en verzendlijsten van de diverse pakketten in het geding te brengen. De kantonrechter overweegt dat deze bewijsmiddelen niet kunnen leiden tot de conclusie dat [gedaagde] de pakketten daadwerkelijk heeft ontvangen, maar slechts kunnen bijdragen aan het bewijs dat deze zijn verzonden.
Direct Pay heeft geen concrete feiten en omstandigheden gesteld die, indien bewezen, tot het oordeel kunnen leiden dat [gedaagde] de pakketten heeft ontvangen, zodat de kantonrechter om deze reden het bewijsaanbod van Direct Pay zal passeren. Daarmee is niet komen vast te staan dat [gedaagde] de gestelde pakketten heeft ontvangen. Op grond van het voorgaande is Beyond Beauty tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst en is zij bovendien zonder voorafgaande ingebrekestelling in verzuim, zodat [gedaagde] het recht toekomt de overeenkomst te ontbinden. De kantonrechter is van oordeel dat uit het e-mailbericht van 14 september 2010 voldoende blijkt dat [gedaagde] de overeenkomst met Beyond Beauty heeft willen ontbinden. Ontbinding brengt met zich dat partijen worden bevrijd van de op hen rustende verplichtingen en tevens verplicht zijn de reeds verrichte prestaties ongedaan te maken. Nu niet is komen vast te staan dat Beyond Beauty aan enige verplichting tot levering heeft voldaan is [gedaagde] ook niet gehouden tot enige vergoeding. De vordering van Direct Pay dient te worden afgewezen.
2.7. Nu de hoofdsom wordt afgewezen, worden ook de nevenvorderingen afgewezen.
2.8. Direct Pay wordt als in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure veroordeeld, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.