Gepubliceerd op donderdag 5 maart 2020
IT 3057
Hof ||
3 mrt 2020
Hof 3 mrt 2020, IT 3057; ECLI:NL:GHAMS:2020:624 (De Volkskrant tegen X), https://itenrecht.nl/artikelen/oud-artikel-volkskrant-blijft-toegankelijk

Uitspraak ingezonden door Emiel Jurjens, Kennedy Van der Laan.

Oud artikel Volkskrant blijft toegankelijk

Hof Amsterdam 3 maart 2020, IEF 19057, IT 3057; ECLI:NL:GHAMS:2020:624 (de Volkskrant tegen X) Naar aanleiding van het faillissement van Eurobizz verscheen in 1999 in de Volkskrant een artikel over de betrokkenheid van een man bij piramidespelen. Eiser heeft de Volkskrant meerdere keren verzocht de publicatie niet langer via haar website beschikbaar te stellen. Eiser stelde dat de publicatie onrechtmatig zou zijn. Het vonnis van de rechtbank wordt bekrachtigd, waarmee het artikel in het online archief van de Volkskrant beschikbaar kan blijven. Bij de beoordeling of het artikel onrechtmatig is, vond een belangenafweging plaats. Daarbij werd enerzijds gekeken naar het belang van eiser en anderzijds naar het belang van de Volkskrant, en het daarmee tegelijkertijd gegeven maatschappelijk belang, om een compleet en integer online te raadplegen archief te behouden. Het belang van eiser weegt niet in voldoende mate op tegen het belang van de Volkskrant. Het artikel is dus rechtmatig.

3.7  Bij de beantwoording van de vraag of de publicatie onrechtmatig is jegens [appellant] staat voorop dat het recht van de Volkskrant op vrijheid van meningsuiting ingevolge artikel 10 EVRM slechts kan worden beperkt indien dit bij wet is voorzien en noodzakelijk is in een democratische samenleving, bijvoorbeeld ter bescherming van de eer en goede naam van anderen. Laatstbedoelde situatie doet zich voor indien de publicatie onrechtmatig zou zijn jegens [appellant] in de zin van artikel 6:162 BW. Voor het antwoord op de vraag of dit het geval is, moeten alle wederzijdse belangen tegen elkaar worden afgewogen. Het belang van de Volkskrant is er met name in gelegen dat zij zich als uitgever van een dagblad en beheerder van een aan dat dagblad gelieerde website kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over misstanden die de samenleving raken. In dat verband heeft zij een secundaire rol die bestaat in het toegankelijk houden van (artikelen in) nieuwsarchieven en een daarmee corresponderend belang bij volledigheid daarvan. Het belang van [appellant] is met name erin gelegen dat hij niet lichtvaardig wordt blootgesteld aan verdachtmakingen. Bij deze belangenafweging dienen alle omstandigheden van het geval in ogenschouw te worden genomen. In dat verband verdient opmerking dat op de Volkskrant een verplichting rust om toe te zien op de juistheid van de in het archief opgenomen informatie die verder gaat dan haar verantwoordelijkheid bij het publiceren van het artikel, nu van enige urgentie geen sprake meer is (EHRM, 10 maart 2009, The Times). Het hof zal hierna de in dit geschil van belang zijnde omstandigheden bespreken.
 
3.22 Aldus is gebleken dat de publicatie in voldoende mate steun vindt in het feitenmateriaal en dat weliswaar niet kan worden vastgesteld dat sprake is geweest van wederhoor maar dat daaraan slechts in geringe mate betekenis toekomt. Voorts is vast komen te staan dat met de publicatie een publiek belang is gediend en dat [appellant] op de hiervoor beschreven wijze een publieke figuur is. Alles afwegende, dient in dit geval de vrijheid van meningsuiting aan de zijde van de Volkskrant te prevaleren in het licht van haar taak om maatschappelijk relevante feiten in haar publicaties aan de orde te stellen. Dat [appellant] lichtvaardig is blootgesteld aan verdachtmakingen, is daar tegenover in onvoldoende mate gebleken. Van een onrechtmatige publicatie is dan ook geen sprake.
 
3.23 [appellant] voert ook nog aan dat het online, in een archief, toegankelijk houden van een op zichzelf rechtmatige publicatie onrechtmatig handelen kan opleveren, mede gelet op de hogere eisen die aan de krant worden gesteld. De feiten en omstandigheden die [appellant] heeft genoemd en die volgens hem maken dat dit zich dit geval voordoet zijn deels hiervoor reeds besproken. [appellant] heeft daaraan nog toegevoegd en onderbouwd dat hij ook nu, twintig jaar later, in zakelijke contacten wordt geconfronteerd met de inhoud van de publicatie en dat zulks tot gevolg zou hebben dat zakelijke relaties worden beëindigd. Dat weegt echter in de gegeven omstandigheden niet in voldoende mate op tegen het belang van de Volkskrant, en het daarmee tegelijkertijd gegeven maatschappelijk belang, om een compleet en integer online te raadplegen archief te behouden.