28 jul 2020
Observatie werkneemster niet onrechtmatig
Hof Arnhem-Leeuwarden 28 juli 2020, IT 3206; ECLI:NL:GHARL:2020:6021 (Werkneemster tegen Hoffmann Bedrijfsrecherche) Privacyrecht. Stichting Zorggroep Groningen (ZZG) laat door Hoffman Bedrijfsrecherche een onderzoek instellen naar de signalen die ZGG naar eigen zeggen hadden bereikt over de mogelijkheid dat een van hun werkneemsters - die vanwege een hernia was uitgevallen - ondanks haar ziekte werkzaamheden zou verrichten. Het ging om een ‘onderzoek vermoeden verzuimfraude’. Hoffmann heeft een observatie verricht bij de publiek toegankelijke tuin van de werkneemster waar zij koffie, thee en gebak verkocht aan bezoekers. Hiervan heeft Hoffmann een verslag gemaakt en daarin onder meer videobeelden opgenomen. Naar aanleiding van dit verslag heeft ZZG de werkneemster op staande voet ontslagen. De werkneemster stelt dat Hoffmann inbreuk heeft gemaakt op haar privacyrecht en vordert schadevergoeding. Het hof oordeelt dat de Privacygedragscode de inbreuk op het privacyrecht rechtvaardigt. De observatie van de werkneemster is uitgevoerd in overeenstemming met de regeling die in de Privacygedragscode is opgenomen en is niet in strijd met het proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel.
6.12. Het hof is van oordeel dat de observatie in dit geval heeft plaatsgevonden binnen de grenzen van de Privacygedragscode en met inachtneming (dus) van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit. Daarbij wordt het volgende in aanmerking genomen:
- het contact tussen [appellante] en ZGG was verstoord, in die zin dat gesprekken over (voortgang van) de re-integratie van [appellante] niet of alleen in een conflictueuze sfeer plaatsvonden. Daardoor ontbrak een basis voor een gesprek tussen ZGG en [appellante] over de vraag of zij ook andere werkzaamheden verrichtte;
- de observatie heeft feitelijk maar gedurende een halve dag plaatsgevonden;
- de tuin van [appellante] , zowel haar privé gedeelte als het gedeelte dat zij gebruikte voor haar theetuin, was zichtbaar vanaf de openbare weg;
- voor zover observaties zijn gedaan van handelingen van [appellante] in de theetuin en daarvan opnamen zijn gemaakt, geldt dat het waarnemingen in de openbare ruimte betrof;
- voor zover het betreft het privégedeelte van haar tuin en opnamen zijn gemaakte van de activiteiten van [appellante] daarin (in het bijzonder de “veegwerkzaamheden”) geldt dat ze niet plaatsvonden in een besloten gedeelte van de tuin waar [appellante] zich onbespied mocht wanen, maar in de open, ook voor een voorbijganger waarneembare, ruimte;
- voor de observaties die zijn gedaan en de opnamen die zijn gemaakt, zijn geen bijzondere kunstgrepen gebruikt; zij zijn gedaan vanuit een geparkeerde auto. Dat gebruik is gemaakt van een camera met zoommogelijkheid kan daarbij niet als een bijzondere kunstgreep worden beschouwd; daarmee is niets vastgelegd dat niet ook met het blote oog vanaf de openbare weg waarneembaar was;
- de foto’s die zijn gemaakt en in het rapport zijn opgenomen dienden in redelijkheid het onderzoeksbelang (om te achterhalen of [appellante] ook andere werkzaamheden verrichtte en of die werkzaamheden al dan niet in overeenstemming waren met haar hernia). De kwalificatie “oneervol” die [appellante] heeft gegeven aan enkele foto’s waarop zij van achteren en in gebogen positie is te zien, kan objectief bezien niet worden onderschreven, terwijl ook voor die foto’s geldt dat zij in redelijkheid het onderzoeksbelang dienden;
- Hoffmann heeft over haar bevindingen in neutrale toon gerapporteerd; kwalificaties of waardeoordelen komen niet voor in haar rapport.