Gepubliceerd op dinsdag 31 juli 2018
IT 2613
Rechtbank ||
27 jul 2018
Rechtbank 27 jul 2018, IT 2613; ECLI:NL:RBAMS:2018:5438 (Club Mediterranee Holland tegen MTTM), https://itenrecht.nl/artikelen/mttm-veroordeelt-tot-betaling-van-5-696-13-wegens-onterecht-ge-nde-contractkosten

Uitspraak ingezonden door Benjamin Niemeijer en Nathalie van der Zande, La Gro Advocaten

MTTM veroordeelt tot betaling van € 5.696,13 wegens onterecht geïnde contractkosten

Rechtbank Amsterdam 27 juli 2018, IT 2613; ECLI:NL:RBAMS:2018:5438 (Club Mediterranee Holland tegen MTTM) MTTM is een bedrijf voor zakelijke telefonie- en internetoplossingen. Club Med en MTTM hebben een overeenkomst waarin is bepaald dat MTTM telefoondiensten verleend. In de overeenkomst is een opzeggingsbeding opgenomen. Club Med heeft de overeenkomst per 31 januari 2017 opgezegd. MTTM heeft na de opzegging een aantal slotnota's van een bedrag van € 5.696,13 gestuurd. Club Med vordert dat MTTM het bedrag moet terug betalen. Club Med mocht de overeenkomst dan ook met inachtneming van één maand opzegtermijn opzeggen. Of de overeenkomst voor bepaalde of onbepaalde duur is aangegaan kan in het midden blijven, want in beide gevallen was Club Med op grond van artikel 7.2a TCW gerechtigd om de overeenkomst kosteloos tegen 31 januari 2017 op te zeggen. MTTM is niet gerechtigd om de slotnota's te incasseren. De vordering wordt toegewezen.

9. Het verweer van MTTM c.s. dat artikel 7.2a TCW niet van toepassing is, omdat Club Med een grootzakelijke klant is en de telecommunicatiediensten die MTTM c.s. op grond van de overeenkomst heeft geleverd niet onder de strekking van artikel 7.2a TCW vallen, faalt eveneens. Artikel 7.2a TCW maakt geen onderscheid tussen maatwerk of standaarddiensten. Aangezien MTTM c.s. niet heeft gesteld dat het door haar benoemde maatwerk geen communicatie- of programmadienst is, is artikel 7.2a TCW dan ook van toepassing op de diensten die MTTM c.s. aan Club Med heeft geleverd. Daarnaast volgt uit de toelichting bij artikel 7.2a TCW (Staatscourant 2015 nr. 28002) dat voor de toepasselijkheid van het artikel geen onderscheid is gemaakt tussen kleinzakelijke en grootzakelijke abonnees, maar dat alleen wat betreft de werking van dit artikel een onderscheid is gemaakt tussen de twee soorten abonnees. Artikel 7.2a lid 6 TCW voorziet namelijk in de mogelijkheid om op uitdrukkelijk verzoek van de abonnee een afwijkende opzegtermijn van maximaal drie maanden overeen te komen. Daarmee wordt volgens de toelichting de mogelijkheid voor het gewenste maatwerk in de grootzakelijke markt geboden.

10. Artikel 7.2a TCW is dus van toepassing op de overeenkomst. Nu gesteld noch gebleken is dat bovengenoemde uitzondering van artikel 7.2a lid 6 TCW van toepassing is, geldt de hoofdregel van artikel 7.2a lid 5 TCW. Club Med mocht de overeenkomst dan ook met inachtneming van één maand opzegtermijn opzeggen. Of de overeenkomst voor bepaalde of onbepaalde duur is aangegaan kan - nu onder 7 al is vastgesteld dat de overeenkomst stilzwijgend is verlengd - in het midden blijven, want in beide gevallen was Club Med op grond van artikel 7.2a TCW gerechtigd om de overeenkomst kosteloos tegen 31 januari 2017 op te zeggen.

11. Ook het tweede verweer van MTTM c.s. slaagt niet. Daargelaten of MTTM c.s. gezien de strekking van artikel 7.2a TCW bij een akkoord op de slotnota wel bevoegd was om de slotnota te incasseren, is ook niet vast komen te staan dat Club Med akkoord was met het in rekening brengen van de slotnota. Een concrete bevestiging van Club Med daartoe is namelijk niet overgelegd en uit de overgelegde correspondentie (zie 1.7) volgt juist dat Club Med niet akkoord was met het in rekening brengen van de slotnota. Het betoog van MTTM c.s. dat het binnen de markt van de telecomdienstverleners gebruikelijk is om af te gaan op de bevestiging van KPN - zodat MTTM c.s. er op mocht vertrouwen dat KPN gemachtigd was om namens Club Med akkoord te geven vormt onvoldoende onderbouwing van haar stelling. Uit niets blijkt namelijk dat Club Med de gestelde machtiging aan KPN heeft verstrekt.

12. Kortom, MTTM c.s. was dus niet gerechtigd om de slotnota te incasseren, waardoor Club Med de slotnota onverschuldigd aan MTTM c.s. heeft betaald. De vordering tot betaling van € 5.696,13 is dan ook toewijsbaar. Nu MTTM c.s. ter comparitie heeft bevestigd dat zij geen bezwaar heeft tegen de hoofdelijke veroordeling, zal ook dit deel van de vordering worden toegewezen.