Korting op factuur om tegemoet te komen in ongenoegen
Kantonrechter Rechtbank Amsterdam 14 mei 2013, LJN CA1903 (Holder B.V. tegen gedaagde)
Overeenkomst tot opdracht ontwikkeling app; opdrachtgever richt na sluiten overeenkomst besloten vennootschap op, welke oprichting geen wijziging van contractspartijen met zich meebrengt. Geschil over vraag of achteraf gegeven korting voor uitgevoerde eerste opdracht ook verschuldigd is als tweede opdracht uitblijft. Uitleg contractuele afspraak over korting; leemte in overeenkomst; aanvulling leemte in overeenkomst op grond van redelijkheid en billijkheid (artikel 6:248 lid 1 BW); proceskosten gedaagde partij die zonder gemachtigde procedeert.
De eisen van redelijkheid en billijkheid brengen mee dat in het geval er geen tweede opdracht zou komen Holder BV gedaagde tegemoet zou zijn gekomen in zijn ongenoegen over het resultaat van de eerste opdracht door de korting te stellen op het bedrag van de factuur van 13 januari 2012. De vorderingen worden afgewezen.
11 [gedaagde] dacht dat hij voor de eerste opdracht een goed werkende app zou krijgen en is teleurgesteld dat een tweede opdracht voor een vergelijkbaar substantieel bedrag noodzakelijk is. [gedaagde in conventie / eiser in reconventie] heeft een startende onderneming en heeft een bedrag voor de ontwikkeling van de app gereserveerd met welk bedrag Holder BV bekend is. Holder BV is van mening dat zij haar werkzaamheden naar behoren heeft uitgevoerd en dat de tweede opdracht onder meer nodig is omdat de wensen van [gedaagde in conventie / eiser in reconventie] zijn gewijzigd. Holder BV is bereid [gedaagde in conventie / eiser in reconventie] (enigszins) tegemoet te komen.
Op het moment dat de afspraak tussen partijen over de korting wordt gemaakt, heeft [gedaagde in conventie / eiser in reconventie] de tweede opdracht nog niet gegeven. Holder BV maakt de korting ook niet afhankelijk van het verkrijgen van de tweede opdracht. Hoewel de opdracht nog niet is gegeven gaan [gedaagde in conventie / eiser in reconventie] en Holder BV er op dat moment vanuit dat zij overeenstemming over de tweede opdracht zullen verkrijgen.
De afspraak houdt in een korting van 10% op de op dat moment openstaande facturen van de eerste opdracht, waarbij de wijze van betaling van de korting is dat het bedrag aan korting op de facturen van de tweede opdracht in mindering wordt gebracht.
De kantonrechter acht het voldoende aannemelijk dat [gedaagde in conventie / eiser in reconventie] bij het maken van de afspraak over de korting niet bekend was met de factuur van 13 januari 2012. Holder BV stelt dat die factuur op de gebruikelijke wijze naar [gedaagde in conventie / eiser in reconventie] is verzonden, maar Holder BV heeft geen bewijs overgelegd en evenmin aangeboden dat [gedaagde in conventie / eiser in reconventie] toen die factuur daadwerkelijk heeft ontvangen. (...)
12.Bij deze uitleg bevat de overeenkomst een leemte doordat partijen niet hebben geregeld hoe met de korting en de hoogte van de korting zou worden omgegaan in geval [gedaagde in conventie / eiser in reconventie] aan Holder BV geen tweede opdracht zou geven. De kantonrechter heeft de leemte in de overeenkomst in het licht van artikel 6:248 lid 1 BW aan te vullen met inachtneming van de eisen van redelijkheid en billijkheid. De eisen van redelijkheid en billijkheid brengen naar het oordeel van de kantonrechter mede dat in het geval er geen tweede opdracht zou komen Holder BV [gedaagde in conventie / eiser in reconventie] tegemoet zou zijn gekomen in zijn ongenoegen over het resultaat van de eerste opdracht door de korting te stellen op het bedrag van de factuur van 13 januari 2012. Een dergelijke afspraak ligt gelet op de hoogte van de korting, de hoogte van de factuur van 13 januari 2012 en de kosten en tijd die met het voeren van een incassoprocedure voor een betrekkelijk gering bedrag zouden zijn gemoeid voor de hand.
SOLV (Redelijkheid en billijkheid: korting afhankelijk van vervolgopdracht?)