Gepubliceerd op maandag 9 mei 2022
IT 3922
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch ||
19 apr 2022
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 19 apr 2022, IT 3922; ECLI:NL:GHSHE:2022:1256 (BMS tegen Geïntimeerde), https://itenrecht.nl/artikelen/it-diensten-centraal-bij-overeenkomst-tot-opdracht

IT-diensten centraal bij overeenkomst tot opdracht

Hof 's-Hertogenbosch 19 april 2022, IT 3922; ECLI:NL;GHSHE:2022:1256 (BMS tegen Geïntimeerde) BMS levert beveiligingsdiensten aan klanten. Geïntimeerde is in 2018 een overeenkomst met BMS aangegaan, met als doel IT-diensten voor BMS te verrichten. In het bijzonder zou geïntimeerde software ontwikkelen voor BMS. Deze overeenkomst loopt stuk en BMS stelt dat de overeenkomst moet worden ontbonden vanwege de omstandigheid dat geïntimeerde geen software zou hebben ontwikkeld voor BMS. Daarnaast verlangt BMS dat geïntimeerde het betaalde geld aan haar terugbetaald. De stelplicht en bewijslast van deze vorderingen rust hierbij in beginsel op BMS. BMS kon volgens het hof niet voldoende stellen dat geïntimeerde tekort was geschoten in de nakoming van de verbintenis. Hierdoor kon de ontbinding niet worden gerechtvaardigd. Ook ten aanzien van de terugvordering lukt het BMS niet om de eerdere motivering van de kantonrechter te verwerpen. De grieven van BMS slagen dus niet en het hof bekrachtigd het bestreden vonnis.

5.17. Aan haar vorderingen tot ontbinding van de overeenkomst tussen partijen en tot terugbetaling van hetgeen aan [geïntimeerde] is betaald, legt BMS de stelling ten grondslag dat zij de afspraak met [geïntimeerde] heeft gemaakt over het ontwikkelen van de software en dat de betaalafspraak en de betalingen daarop betrekking hadden. Omdat BMS voor haar vorderingen een beroep doet op deze stelling, draagt zij de last om de stelling met feiten en omstandigheden te onderbouwen en deze feiten en omstandigheden zo nodig te bewijzen.

5.28. Uit het voorgaande volgt dat de vorderingen van BMS, voor zover in hoger beroep aan de orde, niet toewijsbaar zijn. Er is immers te weinig gesteld voor het oordeel dat [geïntimeerde] jegens BMS is tekortgeschoten in het nakomen van verplichtingen uit hoofde van een opdracht tot het ontwikkelen van de software en in het verlengde daarvan, dat [geïntimeerde] aan BMS een prijs moet terugbetalen die volgens BMS voor het ontwikkelen van de software is afgesproken en betaald.