Gepubliceerd op woensdag 23 oktober 2024
IT 4714
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden ||
21 okt 2024
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 21 okt 2024, IT 4714; ECLI:NL:GHARL:2024:6463 (appellant tegen Profile Tyrecenter), https://itenrecht.nl/artikelen/inschakelen-recherchebureau-door-werkgever-onrechtmatig

Inschakelen recherchebureau door werkgever onrechtmatig

Hof Arnhem-Leeuwarden 21 oktober 2024, IT 4714; ECLI:NL:GHARL:2024:6463 (appellant tegen Profile Tyrecenter) Appellant heeft zijn werkgever, Profile Tyrecenter, beschuldigd van ernstig verwijtbaar handelen nadat hij langdurig arbeidsongeschikt was geraakt. Profile Tyrecenter had een recherchebureau ingeschakeld om appellant te observeren op basis van geruchten dat hij tijdens zijn ziekte werkte, wat leidde tot een ernstige inbreuk op zijn privacy. De bedrijfsarts constateerde dat de arbeidsongeschiktheid van appellant deels werkgerelateerd was en verergerde door het onderzoek. Het hof oordeelt dat Profile Tyrecenter ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door een recherchebureau in te schakelen zonder concrete serieuze verdenkingen tegen appellant. Dit onderzoek leidde tot een ernstige inbreuk op de privacy van appellant en verergerde zijn arbeidsongeschiktheid. Het hof kent appellant een billijke vergoeding van € 17.000,- toe vanwege het ernstig verwijtbare handelen van de werkgever.

3.25. Het hof is op grond van het voorgaande, anders dan de kantonrechter, van oordeel dat Profile Tyrecenter wel ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door op basis van enkele geruchten en een telefonische melding, er veronderstellenderwijs van uitgaande dat deze kloppen, een recherchebureau opdracht te geven [appellant] te observeren en dan ook nog zonder zich van de aanpak en werkwijze van het recherchebureau te vergewissen. Het hof maakt Profile Tyrecenter daarnaast ook het verwijt dat Profile Tyrecenter bij toezending van het rapport aan (de advocaat van) [appellant] niet kenbaar maakte dat zij zich bewust was van voorgaande tekortkomingen. Bovendien lijkt Profile Tyrecenter er tijdens de mondelinge behandeling bij het hof nog steeds vanuit te gaan dat uit het rapport wel degelijk blijkt dat [appellant] dingen heeft gedaan die niet waren toegestaan, terwijl dit daaruit gelet op wat hiervoor is overwogen geenszins volgt.

3.27. Vast staat dat [appellant] arbeidsongeschikt was op het moment dat Profile Tyrecenter opdracht gaf aan het recherchebureau om een observatieonderzoek te doen. Enkele maanden daarvoor was hij gestart met re-integreren en de vooruitzichten op een volledige terugkeer waren positief. Dan volgt het incident op de werkvloer begin maart 2022 waarna [appellant] zich weer geheel ziek meldt. Op 7 april 2022 krijgt hij de schriftelijke uitnodiging voor een gesprek op 14 april 2022 waarin staat dat Profile Tyrecenter zich het recht voorbehoudt om tot ontslag op staande voet over te gaan. Op 13 april 2022 vindt telefonisch overleg plaats tussen [naam3] en de advocaat van [appellant] , waarbij gevraagd wordt om het advies van de bedrijfsarts af te wachten, en stelt de (opnieuw ingeschakelde) bedrijfsarts, op basis van zijn onderzoek op 15 april 2022, op 19 april 2022 vast dat sprake is van werkgerelateerde problematiek en adviseert hij een onafhankelijke bemiddelaar in te zetten. Op die dag ontvangt (de advocaat van) [appellant] op haar verzoek van 13 april 2022 het onderzoeksrapport. Op 17 mei 2022 schrijft de (vorige) advocaat van Profile Tyrecenter aan de advocaat van [appellant] : “Telefonisch heeft u bij dat onderzoek (het onderzoeksverslag, toevoeging hof) enkele vraagtekens gezet, maar feit blijft dat de heer [appellant] zich zeer opmerkelijk heeft gedragen voor iemand die ziek heeft gemeld, zonder toestemming van de bedrijfsarts niet mag werken en gehouden is om de belangen van zijn werkgever niet te schaden. Zoals aangegeven, is het vertrouwen van cliënte zodanig ernstig geschaad dat zijn thans streeft naar de beëindiging van het dienstverband”. In de brief wordt ook een beëindigingsvoorstel gedaan, waarop [appellant] niet in gaat. In de zomer van 2022 vindt mediation plaats en daarna constateert de bedrijfsarts steeds opnieuw dat [appellant] niet dan wel marginaal belastbaar is. Uit de rapportage van de arbeidsdeskundige van december 2022 blijkt dat zowel Profile Tyrecenter als [appellant] een vervolg van het dienstverband niet kansrijk achten gelet op de verstoorde verhoudingen. Het hof onderschrijft dat; als de werkgever de werknemer een maand lang intensief in het geheim laat observeren zal het zo goed als onmogelijk zijn om weer een vertrouwensbasis te scheppen; de grove inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [appellant] staat daar natuurlijk aan in de weg. Daarom was voor Profile Tyrecenter duidelijk althans had duidelijk moeten zijn dat de verstoring met name was veroorzaakt door het rechercheonderzoek. Daar komt bij dat in het overgelegde behandelplannen van 18 augustus 2023 en 30 juli 2024 van een door [appellant] ingeschakelde psycholoog is te lezen dat hij door het rechercheonderzoek ernstige mentale klachten heeft ontwikkeld. [appellant] heeft dit ter gelegenheid van de mondelinge behandeling bij het hof overtuigend nader toegelicht. Het hof is van oordeel dat al het voorgaande samengenomen voldoende onderbouwing is voor het standpunt van [appellant] dat het hiervoor geduide ernstig verwijtbaar handelen van Profile Tyrecenter het einde van de arbeidsovereenkomst tot gevolg heeft gehad. Door toedoen van Profile Tyrecenter is de vertrouwensbasis komen te ontvallen en door haar handelen is de arbeidsongeschiktheid verergerd en heeft de ziekteperiode langer geduurd. Daarmee is voldaan aan de in artikel 7:682 lid 1 onder c BW gestelde eisen. Dit maakt dat aan [appellant] een billijke vergoeding toekomt.