29 nov 2022
Het Gerecht van Aruba: verplichting prikkloksysteem niet onrechtmatig
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba 29 november 2022, IT 4285; ECLI:NL:OGEAA:2022:457 (Vereniging tegen ANSA) Het Gerecht van Aruba heeft uitspraak gedaan over de opgelegde verplichting om gebruik te maken van een biometrische prikklok. De eisers in deze zaak zijn leden van een vereniging. Het merendeel van de leden is werkzaam als luchtverkeersleider en zij zijn in dienst van AIR NAVIGATION SERVICES ARUBA (ANSA). De luchtverkeersleiders dienden het prikkloksysteem van Aruba Airport Authority (AAA) te gebruiken. Met dit systeem kunnen medewerkers hun aanwezigheid op het werk registreren door middel van een fysieke handeling, zoals het scannen van een vingerafdruk. Nadat AAA niet langer informatie van haar prikkloksysteem aan derden verschafte, besloot ANSA een eigen 'Attendance Management System' in te voeren dat ook gebruikmaakt van de registratie van vingerafdrukken. De vereniging vordert een verklaring voor recht dat de opdracht van ANSA aan werknemers tot het verstrekken van biometrische gegevens voor het gebruik van een prikklok niet redelijk is en dat haar werknemers daartoe niet verplicht kunnen worden.
Het Gerecht dient te beantwoorden of de opgelegde verplichting al dan niet onrechtmatig is in de zin van een inbreuk op het recht op privacy. De wettelijke uitzondering op dit recht bepaalt dat er geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan, tenzij bij de wet is voorzien én dit noodzakelijk is in het belang van de openbare veiligheid. De verkeerstoren waar de werknemers werken, dient ter waarborging van de veiligheid van het vliegverkeer. De toren moet daarom een minimale bezetting van luchtverkeersleiders hebben. Aangezien er met vingerafdrukken niet gefraudeerd kan worden, zoals dat wel mogelijk is met prikkaarten, heeft ANSA een zwaarwegend belang om fraude te voorkomen door hun werknemers te verplichten gebruik te maken van de biometrische prikklok. Hierdoor handelt ANSA niet in strijd met de wet.
Het Gerecht wijst de vorderingen van de vereniging af.
4.2 Vast staat dat de verkeerstoren van de luchthaven van Aruba ter waarborging van de veiligheid van het vliegverkeer een minimale bezetting wat betreft luchtverkeersleiders moet hebben zoals hiervoor onder 2.10 omschreven, en dat als dat niet het geval is de luchthaven voor het vliegverkeer moet worden gesloten met alle gevolgen voor passagiers, luchtvaartmaatschappijen en de luchthaven zelf. ANSA heeft in dit verband onbestreden gesteld dat het als gevaarlijk wordt beschouwd dat het voorgeschreven minimumaantal luchtverkeersleiders niet aanwezig is in de verkeerstoren. Vast staat verder dat de luchtverkeersleiders buiten het kantoor van ANSA en deels buiten haar normale kantooruren werken in een beveiligd en beperkt toegankelijk deel van de luchthaven, waardoor ANSA niet op eenvoudige wijze toezicht kan houden op het (juiste) gebruik van de prikklok.
4.3 Niet in geschil is tussen partijen dat oneigenlijk gebruik van de biometrische prikklok onmogelijk is, terwijl het van algemene bekendheid is dat dit met kaarten of codes werkende prikklokken wel mogelijk is. Zo kan een werknemer met de kaart of de code van een collega voor die collega inklokken terwijl die collega niet op het werk is verschenen, terwijl het omgekeerde ook mogelijk is (een collega uitklokken terwijl die eerder dan het klokmoment is vertrokken). Deze laatste omstandigheid brengt met zich dat het zwaarwegend belang van ANSA ter voorkoming daarvan naar het oordeel van het Gerecht redelijkerwijs aanleiding geeft om de werknemers te verplichten gebruik te maken van de biometrische prikklok en ten behoeve daarvan hun vingerafdrukken af te laten nemen en op te laten slaan, terwijl is gesteld noch gebleken dat ANSA de persoonsregistratie in de zin van die afname en opslag van vingerafdrukken van de werknemers (hierna: de persoonsregistratie) aanlegt anders dan ten behoeve van het gebruik en het kunnen gebruiken van die prikklok. Indien veronderstellenderwijs wordt aangenomen dat de werknemers destijds werden verplicht door ANSA om mee te werken aan de persoonsregistratie ten behoeve van het gebruik van de biometrische prikklok ligt in dat oordeel besloten dat ANSA daarmee in elk geval niet handelt of heeft gehandeld in strijd met het eerste lid van de Lp.
4.4 Naar het verdere oordeel van het Gerecht handelt ANSA met die verplichting voor de werknemers evenmin in strijd met artikel 8 van het EVRM, in het tweede lid van welke verdragsrechtelijke bepaling voor het onderhavige geval in de plaats van “enig openbaar gezag” kan en moet worden gelezen: ANSA. Inmenging door ANSA in het privéleven van de werknemers door afname en opslag van de vingerafdrukken ten behoeve van haar biometrische prikklok is in Aruba voorzien bij wet, te weten het eerste lid van artikel 3 van de Lp, welke inmenging naar het oordeel van het Gerecht noodzakelijk is in het belang van (de waarborging van) de openbare veiligheid, te weten die van het vliegverkeer en allen die daarvan gebruik maken en die daarbij betrokken zijn.
4.5 Vorenstaande leidt ter zake van de hiervoor onder a., c. en e. omschreven vorderingen van ANSA tot de slotsom dat die zullen worden afgewezen. Er zijn geen feiten of omstandigheden gesteld door [naam vereniging] die nopen tot een ander oordeel.