5 feb 2025
Geslaagd beroep op dwaling bij overeenkomst internetdiensten

Rb. Amsterdam 5 februari 2025, IT 4782; ECLI:NL:RBAMS:2025:687 (MKB Clickservice tegen gedaagde) Gedaagde had tot 31 mei 2023 een onderneming in kledingreparatie- en stomerij. MKB Clickservice heeft gedaagde telefonisch benaderd. Gedaagde heeft vervolgens in zijn winkel een overeenkomst met MKB Clickservice getekend voor internetdiensten met een looptijd van 24 maanden. Gedaagde gaf de dag erna telefonisch aan dat hij het maandelijkse bedrag te hoog vond, waarna MKB Clickservice heeft medegedeeld dat de overeenkomst niet tussentijds kan worden opgezegd. Gedaagde heeft op 16 mei 2023 telefonisch aan MKB Clickservice medegedeeld dat hij de overeenkomst, vanwege de beëindiging van zijn onderneming, wilde opzeggen. Partijen zijn naar aanleiding daarvan overeengekomen dat gedaagde in verband met de tussentijdse beëindiging een opzegvergoeding ter hoogte van 40% van de toekomstige termijnen diende te betalen. Dat heeft gedaagde niet gedaan. MKB Clickservice vordert dat gedaagde veroordeeld wordt tot betaling van een hoofdsom van € 1.424,41. Gedaagde beroept zich op dwaling.
De kantonrechter oordeelt dat op basis van het tarievenformulier onduidelijk is welke diensten MKB Clickservice tegen betaling zou verlenen, welke prijs gedaagde daarvoor diende te betalen en op welk moment de betaling moest plaatsvinden. De kantonrechter stelt verder dat de overeenkomst lastig leesbaar is voor iemand die niet juridisch geschoold, laat staan voor iemand die de Nederlandse taal niet of slecht beheerst.Gelet daarop, en op het feit dat MKB Clickservice gedaagde uit eigen beweging heeft benaderd en gedaagde een kleine zelfstandige ondernemer was, mocht van MKB Clickservice worden verwacht dat zij gedaagde een duidelijke toelichting had gegeven over de inhoud van de overeenkomst voor zij die door gedaagde liet ondertekenen. De onjuiste voorstelling van zaken die gedaagde had ten aanzien van de betalingsverplichting die hij tegenover MKB Clickservice is aangaan, is te wijten aan de inlichtingen van de verkoopmedewerker van MKB Clickservice voor en bij het aangaan van de overeenkomst. Het beroep op dwaling slaagt, de vordering van MKB Clickservice wordt afgewezen.
4.4. Dat in de overeenkomst staat vermeld dat facturatie van het abonnement zou aanvangen één maand na datum van ondertekening van de overeenkomst en dat het een maandelijkse bijdrage betreft, maakt echter nog niet dat bij [gedaagde] geen onjuiste voorstelling van zaken heeft kunnen bestaan over de betalingsverplichting die hij is aangegaan. Volgens MKB Clickservice heeft haar verkoopmedewerker immers vóór het sluiten van de overeenkomst aan de hand van het tarievenformulier uitgebreid met [gedaagde] gesproken over de diensten die door MKB Clickservice zouden worden verleend en welke kosten die diensten met zich meebrengen. De essentialia van de overeenkomst zijn dus kennelijk aan de hand van het tarievenformulier door de verkoopmedewerker met [gedaagde] besproken. Dat daarbij ook (uitgebreid) is stil gestaan bij de voorwaarden van de overeenkomst, is niet gesteld en ook niet gebleken. Uit het enkele feit dat [gedaagde] zijn handtekening onder de overeenkomst heeft geplaatst, valt dat niet af te leiden en evenmin valt daaruit af te leiden dat [gedaagde] van de inhoud van de overeenkomst kennis heeft genomen. De overeenkomst is lastig leesbaar voor iemand die niet juridisch geschoold, laat staan voor iemand die de Nederlandse taal niet of slecht beheerst. Gelet daarop – en op het feit dat MKB Clickservice [gedaagde] uit eigen beweging op basis van gegevens uit de kamer van koophandel heeft benaderd (zodat kan worden aangenomen dat [gedaagde] onvoorbereid het gesprek met de medewerker van MKB Clickservice is ingegaan) en [gedaagde] een kleine zelfstandige ondernemer was – mocht van MKB Clickservice worden verwacht dat zij [gedaagde] ook een duidelijke toelichting had gegeven over de inhoud van de overeenkomst alvorens zij die door [gedaagde] liet ondertekenen. MKB Clickservice heeft onvoldoende over het voetlicht gebracht dat dit is gebeurd. Het uitblijven daarvan klemt temeer nu [gedaagde] – zoals MKB Clickservice tijdens de mondelinge behandeling heeft toegelicht – tijdens de afspraak op 17 november 2022 direct moest beslissen over de aanbieding omdat deze anders zou vervallen. Dat de voorwaarden van de overeenkomst tijdens een telefonisch welkomstgesprek op 18 november 2022 wel zouden zijn besproken, legt in dit verband geen gewicht in de schaal, omdat de overeenkomst toen al was getekend en MKB Clickservice toen kennelijk al niet meer bereid was om van de overeenkomst af te zien (zie 2.5 hiervoor).
4.5. De onjuiste voorstelling van zaken die [gedaagde] had ten aanzien van de betalingsverplichting die hij jegens MKB Clickservice is aangaan, is dan ook te wijten aan de (onvolledige) inlichtingen van de verkoopmedewerker van MKB Clickservice vóór en bij het aangaan van de overeenkomst. Voor zover MKB Clickservice een beroep heeft willen doen op de tenzij-clausule uit 6:228 BW (zie 4.1 hiervoor), geldt dat aannemelijk is dat [gedaagde] de overeenkomst niet zou zijn aangegaan bij een juiste voorstelling van zaken. Hij heeft immers direct op 18 november 2022 – in het welkomstgesprek waarin volgens MKB Clickservice de voorwaarden van de overeenkomst uitgebreid zijn besproken – geklaagd over de hoogte van het overeengekomen bedrag. Verder heeft [gedaagde] na ontvangst van de eerst factuur gevraagd om uitleg waarom hem een maandelijks bedrag in rekening werd gebracht terwijl de website nog niet gereed was. De conclusie is dan ook dat het beroep van [gedaagde] op dwaling slaagt. Door de mededeling van [gedaagde] op 18 november 2022 dat hij van de overeenkomst af wilde, wordt de overeenkomst als rechtsgeldig vernietigd beschouwd. Dit betekent dat de vorderingen van MKB Clickservice worden afgewezen.