24 aug 2021
Geschil tussen distributeur en producent van televisieserie
Rechtbank Amsterdam 24 augustus 2021, IEF 20198, IT 3662; ECLI:NL:RBAMS:2021:4452 (Source tegen KVP) Source is een filmindustriebedrijf dat tevens handelt onder de naam Dutch Dreamworks. Gedaagde is auteur en producent van de Nederlandse televisieserie Keizersvrouwen en bestuurder van KVP. KVP heeft Netflix per brief laten weten dat Source de rechten van deze serie niet bezit. Source vordert KVP te verbieden om Netflix te benaderen en daarbij negatieve uitlatingen over de rechten op Keizersvrouwen te doen. Source zou hierdoor reputatieschade lijden. KVP vordert in reconventie om inbreuk op haar auteursrechten te staken en Source te gebieden Netflix van de daadwerkelijke auteursrechthebbende op de hoogte te stellen. In de distributieovereenkomst tussen de twee partijen staat dat het recht om de serie te exploiteren uitsluitend ziet op de serie als zodanig, het ‘ready made work’. De rest blijft bij de producent. Er is met Netflix gesproken over een remake, die onder de definitie van 'derivative works' valt. De rechtbank oordeelt dat de benadering van KVP naar Netflix niet onrechtmatig is en dat Source de inhoud van de brief uit proportie heeft getrokken.
5.2. Van de brief van 23 maart 2021 kan evenmin worden gezegd dat die in strijd is met de distributieovereenkomst dan wel onrechtmatig. Het betreft, zoals KVP en [gedaagde 2] terecht hebben aangevoerd, een correcte en zakelijke brief, waarin Source geen negatieve kwalificaties worden toegedicht, en waarin [gedaagde 2] voorshands terecht uitlegt dat Source rechten heeft verleend aan Netflix, die Source zelf niet heeft. Artikel 7 van amendement #49 dat is gesloten tussen Source en Netflix strookt immers niet met artikel 5.1 van de distributieovereenkomst tussen Source en KVP. Indien juist is dat [gedaagde 2] in onderhandeling is met een Amerikaanse partij over een ‘remake’ van Keizersvrouwen (dus een ‘derivative work’), heeft [gedaagde 2] er ook een gerechtvaardigd belang bij dat hij hierover duidelijkheid verkrijgt van Netflix. Dit is ter zitting ook erkend door Source. Het gaat Source er dus kennelijk enkel om dat de bewuste brief achter haar rug om is verzonden, het gaat Source niet om de inhoud van de brief. Dat de brief achter de rug van Source om is verzonden en dat Source een groot belang heeft bij een onverstoorde relatie met Netflix omdat Netflix haar grootste klant is, rechtvaardigt niet de toewijzing van de verstrekkende vorderingen die Source in dit geding heeft ingesteld. Source heeft een en ander tot te grote proporties opgeblazen.