3 sep 2024
Geen overeenkomst tot stand gekomen

Hof Den Haag 3 september 2024, IT 4713; ECLI:NL:GHDHA:2024:2084 (Mediagarant tegen de vof) Mediagarant heeft een overeenkomst gesloten met een kleine zorgonderneming, de vof, voor het leveren van marketingdiensten. Mediagarant stelt dat de vof de overeenkomst heeft geactiveerd door op een online button te klikken, waarna een factuur van € 3.630 werd verstuurd. De vof betwist de overeenkomst en stelt dat er geen wil was om de overeenkomst aan te gaan, en dat zij meerdere keren heeft aangegeven geen gebruik te willen maken van de diensten. De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst niet tot stand was gekomen en wees de vorderingen van Mediagarant af. Het hof oordeelt dat de overeenkomst tussen Mediagarant en de vof niet tot stand is gekomen omdat de wil van de vof om de overeenkomst aan te gaan ontbrak. Het hof stelt dat Mediagarant niet gerechtvaardigd mocht vertrouwen op de totstandkoming van de overeenkomst, gezien de omstandigheden waaronder de button werd aangeklikt. Het hof vindt dat de bestelprocedure niet voldoende duidelijk maakte dat een bindende overeenkomst werd aangegaan. Daarnaast is vastgesteld dat de vof meerdere keren heeft aangegeven geen gebruik te willen maken van de diensten van Mediagarant.
6.7. Ongeveer zeven minuten na het versturen van de offerte heeft [de salesmedewerker] [vennoot 2] weer gebeld en haar gevraagd om op de loginbutton te klikken, omdat de link soms niet zou werken. Na het invullen van enkele gegevens heeft [vennoot 2] op de activeerbutton gedrukt. [vennoot 2] heeft het gehele bestelproces in (zeer) korte tijd doorlopen. Uit het tijdsverloop opgenomen in de door Mediagarant overgelegde audit trail (zie 3.8 hiervoor) blijkt dat er minder dan tweeëneenhalve minuut is verstreken tussen het moment dat [vennoot 2] de (concept)overeenkomst heeft kunnen zien en het indrukken van de activeerbutton.
6.8. Het hof overweegt daarbij dat indien in aanmerking wordt genomen dat [vennoot 2] in genoemd tijdsbestek verscheidene gegevens heeft ingevuld op de website, en (ten minste) een gedeelte van die tijd een gesprek heeft gevoerd met de medewerker van Mediagarant, moet worden aangenomen dat [vennoot 2] de tekst van de (concept)overeenkomst, met daarin de verplichtingen die [de vof] op zich zou nemen, en de inhoud van het mediapakket, niet tot zich heeft kunnen nemen. Dit geldt eveneens voor de offerte en de overige bij de e-mail van 23 maart 2020 11:09 uur gevoegde stukken, voor zover [vennoot 2] die direct na ontvangst daarvan al zou hebben bekeken, hetgeen zij stelt niet te hebben gedaan. Tussen het versturen van die e-mail en het klikken op de activeerbutton zat nog geen tien minuten. Ook indien, zoals Mediagarant aanvoert, [vennoot 2] voordat zij op de activeerbutton drukte, langer de tijd had kunnen nemen om de offerte met daarin de belangrijkste voorwaarden te bestuderen, doet dat niet af aan de vaststelling dat zij dat niet heeft gedaan voordat zij het bestelproces inging, en dat Mediagarant dat wist; haar medewerker [de salesmedewerker] heeft immers binnen acht minuten na het versturen van de offerte [vennoot 2] opnieuw gebeld en met haar het bestelproces (gedeeltelijk) doorlopen.