26 sep 2021
Geen auteursrechtinbreuk op software
SGOA Haarlem 26 september 2019, IT 3741 (Leverancier tegen Afnemer) Arbitraal kort geding. Leverancier is gespecialiseerd in het verhandelen, ontwikkelen en produceren van softwaresystemen. Afnemer is een onderneming die zich onder meer toelegt op recycling en recovery binnen het kader van afvalverwerking. In 2004 is Telecombedrijf een project gestart bij afnemer voor het gebruik van mobiele boardcomputers in afnemers vrachtwagens ten behoeve van haar afvalverwerkingsprocessen. Leverancier leverde toen al de bijbehorende software. In 2008 trok Telecombedrijf zich terug als hoofdaannemer. Leverancier is vanaf dat moment de boardcomputers gaan leveren aan afnemer. Op voorspraak van afnemer is leverancier in 2009 in Nederland ook leverancier van de zogenaamde BC’s van producent geworden. Afnemer heeft buiten leverancier om BC’s gekocht en deze zonder toestemming geïnstalleerd en gebruikt. Leverancier stelt nu dat sprake is van inbreuk op haar auteursrecht op de door haar vervaardigde software, die afnemer op BC’s heeft geïnstalleerd die zij van een andere partij dan leverancier heeft gekocht. In de prijs van de door afnemer van leverancier in de loop der jaren gekochte boardcomputers en BC’s was echter steeds de licentievergoeding voor het gebruik van de software inbegrepen. Ook waren de licenties niet systeemgebonden. Er is geen sprake van auteursrechtinbreuk, omdat afnemer niet méér BC’s met software heeft dan het aantal licenties dat zij van leverancier heeft afgenomen. Nergens uit blijkt dat afnemer de aldus verkregen rechten niet zou kunnen gebruiken op BC’s die zij niet via leverancier heeft gekocht. Het Scheidsgerecht wijst de vorderingen van leverancier af.
7.1. Allereerst constateert het Scheidgerecht dat de verbodsvordering niet erg specifiek is gesteld. [Leverancier] vraagt een verbod ten aanzien van “voornoemde software” maar heeft niet onderbouwd om welke softwareversie (van [nieuwe softwareversie]; of [ER] het gaat. Dat maakt het op voorhand voor het Scheidsgerecht moeilijk om een voorziening te treffen.
7.2. In dit geding is door [AFNEMER] aangevoerd en door [Leverancier] niet of onvoldoende betwist dat de software die [AFNEMER] op haar [BC]s in Nederland gebruikt, is verkregen via [AFNEMER] Deutschland en dat daarvoor aan [Naam producent] licentievergoedingen zijn betaald. Ook ten aanzien van de patches die [Leverancier] in het kader van onderhoud voor de [BC]s aan [AFNEMER] heeft geleverd geldt dat hiervoor is betaald middels onderhoudsvergoedingen.
7.3. Een relevante omstandigheid is dat de software voor [BC]s niet apparaat-gebonden is – wat tijdens de zitting is bevestigd door [Leverancier]. Dit betekent in principe dat het de rechtmatige verkrijger is toegestaan de software te porteren naar andere mobiele boardcomputers. Hieraan doet niet af dat [Leverancier] haar software levert met onderhoud.
7.4. Omdat [Leverancier] haar stelling dat op de door [AFNEMER] van derde partijen verkregen [BC]s haar software is geïnstalleerd onvoldoende heeft onderbouwd, terwijl [AFNEMER] heeft aangevoerd dat dit niet het geval is, en als het wel gebeurd zou zijn dat was toegestaan omdat zij nooit meer exemplaren van de software in gebruik heeft genomen als waarvoor zij van [Leverancier] licentie heeft afgenomen, hetgeen [Leverancier] in dupliek niet heeft betwist, oordeelt het Scheidsgerecht dat naar zijn voorlopig oordeel dat [Leverancier] niet heeft aangetoond dat er sprake is van auteursrechtinbreuk.