Gepubliceerd op woensdag 15 juli 2015
IT 1809
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Geen aansprakelijkheid leverancier voor door crash verloren data

Hof Amsterdam 28 april 2015, IT 1809; ECLI:NL:GHAMS:2015:1635 (Staalbouw tegen geïntimeerde)
Leverancier van computersysteem heeft mede onderhoud, beheer en service op zich genomen. Door crash gaan data verloren. Het hof acht de stellingen van Staalbouw omtrent de zorgplicht te algemeen van aard om haar te volgen; het is niet bewezen dat de overeenkomst inhield dat geïntimeerde zorg droeg voor een back-up van alle volledige bestanden van Staalbouw Purmerend. Ten aanzien van de back-up’s is slechts vast komen te staan dat [geïntimeerde] een dagelijkse back-up zou verzorgen en daarvoor ruimte op haar eigen server ter beschikking zou stellen. Het hof bekrachtigt het eerder afwijzend vonnis.

3.12. Het hof acht de stellingen van Staalbouw omtrent de zorgplicht van [geïntimeerde] te algemeen van aard om haar daarin te volgen. Nu Staalbouw niet heeft bewezen dat de overeenkomst inhield dat [geïntimeerde] zorg zou dragen voor een back-up van alle volledige bestanden van Staalbouw Purmerend, blijft slechts staan dat deze overeenkomst inhield dat [geïntimeerde] een computerserver, software en onderdelen zou leveren en zorg zou dragen voor het onderhoud en beheer van dit computersysteem en de nodige service zou verlenen. Ten aanzien van de back-up’s is slechts vast komen te staan dat [geïntimeerde] een dagelijkse back-up zou verzorgen en daarvoor ruimte op haar eigen server ter beschikking zou stellen. Staalbouw heeft onvoldoende toegelicht dat en waarom een en ander in zou houden dat [geïntimeerde] verantwoordelijk was voor de inhoud van de back-up’s en de bruikbaarheid daarvan voor de bedrijfsvoering van Staalbouw Purmerend. Daartoe kan niet dienen de verklaring van [X] zoals afgelegd in de enquête in eerste aanleg. [X] verklaart immers over zijn eigen werkwijze dat hij geen selectie maakt omdat hij de inhoud van de bestanden niet kent en dat hij van alles een back-up maakt. In dit geding is echter niet komen vast te staan dat was overeengekomen dat [geïntimeerde] een volledige back-up zou maken zodat dit niet tot haar verplichtingen kan worden gerekend. Een niet nader toegelichte zorgplicht biedt daarvoor onvoldoende grondslag.

3.13. Het door Staalbouw overgelegde rapport van Setict Services leidt niet tot een andere conclusie. In dit rapport wordt vermeld dat de wijze waarop door [geïntimeerde] back-up’s werden gemaakt, maakt dat (de bruikbaarheid van) deze back-up’s totaal afhankelijk is van het beschikbaar zijn van de laatste ‘full’ back-up. Dit leidt echter niet zonder meer tot de conclusie dat [geïntimeerde] dan ook verantwoordelijk was voor het maken van bedoelde ‘full’ back-up of zich ervan diende te vergewissen dat Staalbouw besefte dat zij daarvoor verantwoordelijk was. Dit te meer daar Staalbouw onvoldoende heeft betwist dat, zoals reeds ter comparitie in eerste aanleg door [geïntimeerde] aan de orde is gesteld, voor de aanvang van haar werkzaamheden door Staalbouw Purmerend een back-up zou zijn gemaakt van al haar bestanden. Dat deze back-up, zoals Staalbouw kennelijk betoogt, in het ongerede is geraakt dient voor rekening van Staalbouw zelf te blijven.

3.14. Gelet op het hiervoor overwogene falen de grieven 1 tot en met 8.

3.15. Grief 9 luidt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat Staalbouw niet zou hebben voldaan aan de op haar rustende stelplicht ter zake haar stelling dat door toedoen van [geïntimeerde] het computersysteem van Staalbouw is gecrasht. Staalbouw voert aan dat met het gegeven dat de crash zich heeft voorgedaan op het moment dat [geïntimeerde] werkzaamheden verrichtte aan de server, logischerwijze de conclusie kan worden getrokken dat deze crash een gevolg is van het handelen van [geïntimeerde]. [geïntimeerde] betwist dit en voert aan dat Staalbouw niet heeft gesteld dat zij, [geïntimeerde], niet juist heeft gehandeld. Zij heeft slechts een driver geïnstalleerd waarna het systeem moest worden herstart. Bij die herstart is het defect aan de server aan het licht gekomen, aldus nog steeds [geïntimeerde].

3.16. Het hof neemt tot uitgangspunt dat het aan Staalbouw is om te stellen dat en toe te lichten waarom [geïntimeerde] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen. De enkele stelling dat de server is gecrasht tijdens het uitvoeren van werkzaamheden door [geïntimeerde] is daartoe, gelet op de betwisting daarvan van de zijde van [geïntimeerde], onvoldoende. Het is immers niet uit te sluiten dat, zoals [geïntimeerde] in feite stelt, een reeds bestaand defect door haar werkzaamheden aan het licht is gekomen. Staalbouw heeft gelet daarop niet aan haar stelplicht voldaan. Zij had immers moeten toelichten waarom [geïntimeerde] bij het installeren van de driver een fout heeft gemaakt die tot de crash heeft geleid.

3.17. Staalbouw heeft nog aangevoerd dat zij de stelling van [geïntimeerde] dat het ventilatiesysteem van Staalbouw onvoldoende heeft gewerkt waardoor er metaaldeeltjes in de server zijn terechtgekomen, in voldoende mate heeft weerlegd zodat er geen andere aanwijsbare reden voor de crash voorhanden is dan de door [geïntimeerde] uitgevoerde werkzaamheden. Het hof is van oordeel dat het, nu Staalbouw onvoldoende heeft toegelicht waaruit de tekortkoming van de zijde van [geïntimeerde] heeft bestaan, niet aan [geïntimeerde] is om te stellen en te onderbouwen dat er een alternatieve oorzaak is voor de crash. Het hof gaat dan ook aan een en ander voorbij.

Op andere blogs:
Computable