22 okt 2024
Gebruik van WordPress-merk zonder toestemming schendt merkrechten, beslag deels opgeheven
Eiser biedt via zijn website open source WordPress-thema's en plug-ins aan en gebruikt daarbij de merknamen "WordPress", "Woo" en "WooCommerce". Automattic Inc. en WooCommerce Inc. stellen dat eiser hiermee hun merkrechten schendt en de voorwaarden van de GNU General Public License (GPLv2) overtreedt. De rechtbank oordeelt dat eiser de software onder de GPLv2 mag distribueren, maar de merknamen van Automattic niet zonder toestemming mag gebruiken. Het conservatoir beslag op de bankrekening van eiser wordt opgeheven, terwijl het beslag op zijn onverdeelde aandeel in de woning gehandhaafd blijft.
De rechter overweegt dat de GPLv2 het recht geeft om kopieën van de software te verkopen en te distribueren, mits de voorwaarden van de licentie worden nageleefd. Dit omvat onder andere de verplichting om de broncode beschikbaar te stellen bij de distributie van binaire bestanden. De rechter constateert echter dat eiser de merknamen "WordPress", "Woo" en "WooCommerce" heeft gebruikt zonder toestemming van Automattic Inc. en WooCommerce Inc., wat een inbreuk op hun merkrechten vormt. Hoewel de GPLv2 de distributie van de software toestaat, geeft het geen toestemming voor het gebruik van de merknamen op een manier die verwarring kan veroorzaken over de herkomst van de producten.
Op basis van deze overwegingen besluit de rechter het conservatoir beslag op de bankrekening van eiser op te heffen vanwege de disproportionele impact op zijn financiële situatie, maar handhaaft het beslag op zijn onverdeelde aandeel in de woning. De rechter veroordeelt Automattic Inc. en WooCommerce Inc. hoofdelijk in de proceskosten, omdat zij deels in het ongelijk zijn gesteld.
6.5 Alle belangen afwegend, zal het beslag op de bankrekening van [eiser] worden opgeheven en het beslag op zijn onverdeelde aandeel in de woning worden gehandhaafd. Het belang van [eiser] bij opheffing van het beslag op de bankrekening is groot, omdat het PGB-budget voor zijn verzorging op die rekening binnenkomt. Zijn partner, zijn verzorger en tevens gemeenteambtenaar, heeft dat ter zitting bevestigd. Bovendien heeft [eiser] verklaard dat hij financiële verplichtingen heeft tegenover de aannemer die bezig is met het aanpassen en verduurzamen van de woning. Voorshands is aannemelijk dat hij de aannemer niet zal kunnen betalen zonder de gelden op de rekening; het beslag heeft volgens [eiser] doel getroffen voor € 63.000,00. [eiser] heeft dus een groot belang bij opheffing van het bankbeslag. Het belang van Automattic moet – in het licht van de onzekerheid over de (omvang van de) gestelde vordering en hetgeen hiervoor onder 6.1 is overwogen – wijken voor het belang van Automattic bij handhaving van het beslag. Hoewel het begrijpelijk is dat [eiser] het beslag op zijn (aandeel in de) woning, zoals zijn advocaat het heeft verwoord, ziet als een “directe aanval op zijn waardigheid en zelfstandigheid”, ondervindt hij geen directe hinder van dit beslag (zijn woongenot wordt er niet door aangetast). Dat beslag kan dan ook vooralsnog blijven liggen. Dit kan anders worden als geoordeeld is over de vermeende merkinbreuk.