7 mrt 2019
Facebookgroep en -pagina behoren toe aan hen die deze hebben aangemaakt
Rechtbank Rotterdam 7 maart 2019, IT 2724; ECLI:NL:RBROT:2019:1800 (Beheer Facebookpagina). Eiseres is een politieke partij. Gedaagde was campagneleider van deze partij hield zich in deze hoedanigheid o.a. bezig met het posten van berichten op de Facebookpagina van de politieke partij. Gedaagde heeft een nieuwe huisstijl ontworpen voor de partij, en deze ook op de Facebookpagina toegepast. Gedaagde heeft vanuit zijn persoonlijke Facebookaccount een openbare Facebookgroep aangemaakt ter ondersteuning van de pagina van de politieke partij. Vervolgens is gedaagde wegens omstandigheden uit de partij gezet en geroyeerd als lid van de vereniging. Eiseres heeft gedaagde verzocht om de inloggegevens van het Facebookaccount aan haar te verstrekken. Hierop heeft gedaagde het Facebookaccount veranderd in de zin dat de spot werd gedreven met de partij en het volgersaantal terug werd gebracht. Nu vordert eiser voor de rechter de inloggegevens van de Facebookgroep en de Facebookpagina. De Facebookpagina behoort toe aan de politieke partij, de Facebookgroep aan gedaagde. Nu beide partijen deels in het gelijk zijn gesteld is er geen aanleiding de proceskosten te compenseren.
4.4. Met betrekking tot de Facebookpagina [naam Facebookpagina 1] is de voorzieningenrechter van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat eiseres als rechthebbende op het beheer van de pagina moet worden aangemerkt en overweegt daartoe als volgt. De Facebookpagina [naam Facebookpagina 1] (de naam van eiseres) is in 2014 aangemaakt met als doel om eiseres als politieke partij te promoten en om in contact te komen met sympathisanten. Aannemelijk is dat de pagina voor eiseres is aangemaakt en niet gesteld of gebleken is dat dit door gedaagde is gebeurd. Vanaf het moment van aanmaken van de pagina in 2014 tot en met 2017 was de rol van beheerder aan een ander (fractie)lid toebedeeld. Gedaagde is pas in 2017, als campagneleider, beheerder van de Facebookpagina geworden en heeft in het kader van het verkiezingsprogramma van de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018 de pagina beheerd. Voldoende aannemelijk is daarom dat gedaagde deze werkzaamheden in opdracht van – of in ieder geval ten behoeve van en/of voor eiseres heeft uitgevoerd. De op de pagina geplaatste berichten en updates zijn door gedaagde als beheerder van de pagina uit naam van eiseres geplaatst, en niet uit zijn eigen naam. Het feit dat gedaagde op dit moment nog steeds beheerder is van de Facebookpagina [naam Facebookpagina 1] is gelet op het voorgaande onvoldoende om aan te nemen dat hij daarnaast ook rechthebbende op het beheer is van die pagina. Het beheer van de Facebookpagina komt naar het oordeel van de voorzieningenrechter toe aan eiseres. Gedaagde is daarom gehouden het beheer en de inlog- en toegangscodes aan haar over te dragen. Het door gedaagde geclaimde auteursrecht op de op de inhoud van de Facebookpagina staat hieraan niet in de weg. De vraag of eiseres het logo en de verdere inhoud mag gebruiken en of zij daarvoor een vergoeding verschuldigd is, valt buiten het bestek van dit kort geding. Hetzelfde geldt met betrekking tot het door gedaagde geclaimde merkrecht.
4.7. De groep [naam Facebookgroep] in Vlaardingen is, kennelijk op eigen initiatief, opgericht door gedaagde en aangemaakt vanuit zijn persoonlijke Facebookaccount. Dit is door eiseres niet weersproken. Gedaagde heeft het beheer van de groep nooit aan iemand anders toegewezen. De activiteiten die binnen de groep [naam Facebookgroep] in Vlaardingen plaatsvinden zijn gericht op de onderlinge communicatie tussen de leden van deze groep, waarvan de naam niet (rechtstreeks) verwijst naar die van eiseres. Voor alle leden is zichtbaar dat gedaagde de beheerder is van deze groep. Gedaagde plaatst de berichten binnen deze groep ook vanuit zijn eigen naam en niet namens eiseres. Eiseres maakt geen gebruik van de groep. Een en ander doet vermoeden dat gedaagde rechthebbende op het beheer van de Facebookgroep is. Eiseres heeft geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht waaruit zou kunnen volgen dat niet gedaagde maar zij rechthebbende is of dat de Facebookgroep desalniettemin aan haar zouden moeten worden overgedragen. Niet is gesteld of gebleken dat gedaagde heeft gehandeld in opdracht van eiseres. De omstandigheid dat de Facebookgroep gebruikt is ter promotie van eiseres tijdens de verkiezingscampagne is onvoldoende om aan te nemen dat zij rechthebbende op het beheer is. Voor de door eiseres gevorderde overdracht ontbreekt dan ook de juridische grondslag. Voor zover eiseres meent dat de Facebookgroep wordt gebruikt wordt voor onrechtmatige uitingen, kan zij daarvoor een voorziening vorderen, hetgeen zij (in deze procedure) niet heeft gedaan.