14 okt 2020
De Volksbank moet BKR-registratie verwijderen
Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 14 april 2020, IT 3290; ECLI:NL:RBMNE:2020:4486 (Eiseres tegen de Volksbank) Privacyrecht. Eiseres vordert verwijdering van de coderingen in het Centraal Kredietinformatiesysteem (CKI) van het Bureau Kredietregistratie (BKR) door de Volksbank. Eiseres heeft door middel van een betalingsregeling de volledige schuld aan de Volksbank betaald. De registratie duurt nog ongeveer twee jaar. Het persoonlijke belang van eiseres bij verwijdering is dat zij dan een reële kans heeft om een hypothecaire geldlening te verkrijgen voor een woning waarvoor zij al een koopaannemingsovereenkomst heeft gesloten. Er is sprake van bijzondere omstandigheden. De schuld betrof een relatief kleine schuld. De reden dat de schuld is ontstaan, is dat haar vriend toen ernstig depressief was waardoor de aflossing van de schuld op de achtergrond is geraakt. De schuld ontstond dus niet omdat eiseres een gat in haar hand had. De conclusie is dat er geen, althans onvoldoende, aanwijzingen zijn dat eiseres moet worden beschermd tegen overkreditering en dat de kredietaanbieders moeten worden beschermd tegen financiële risico’s bij kredietverlening aan eiseres. De vordering van eiseres wordt toegewezen. De Volksbank wordt veroordeeld om de coderingen in het CKI te verwijderen.
3.6. De schuld die is geregistreerd, betrof een (relatief) kleine schuld. Het ging om een krediet van € 5.000 en de betalingsachterstand bedroeg nog geen honderd euro toen het krediet ineens en in haar geheel werd opgeëist. De reden dat de schuld aan de Volksbank is ontstaan, zo heeft [eiseres] onweersproken aangevoerd, is dat haar vriend (haar huidige echtgenoot) toen ernstig depressief was (met zelfmoordneigingen), waardoor de aflossing van de schuld aan de Volksbank op de achtergrond is geraakt.
De schuld ontstond dus niet, omdat [eiseres] kort gezegd een gat in haar hand. Er zijn ook geen omstandigheden gebleken die erop wijzen datgeen goede betalingsmoraal heeft. Niet is gebleken dat [eiseres] nog meer schulden heeft (gehad) dan de schuld aan de Volksbank.
De schuld inclusief rente en (proces-) kosten is na het treffen van een betalingsregeling in 2017 volledig door [eiseres] aan de Volksbank betaald en bestaat dus niet meer.
De betalingsregeling die partijen hebben getroffen, is door [eiseres] goed nagekomen.
Dat er, zoals de Volksbank aanvoert, lang is gedaan over het aflossen van de (relatief kleine) schuld betekent nog niet dat de betalingsmoraal van [eiseres] niet goed zou zijn. Zij heeft het een aantal jaren zwaar gehad vanwege de hiervoor genoemde persoonlijke omstandigheden. Zij heeft de schuld altijd erkend en heeft daarvoor ook een betalingsregeling voor getroffen, die zij is nagekomen. Dat dit een aantal jaren heeft geduurd, kan zo zijn, maar de Volksbank is daarmee zelf akkoord gegaan.
Het is verder, anders de Volksbank aanvoert, aannemelijk dat [eiseres] op dit moment haar zaken financieel op orde heeft. Zij heeft een bedrijf (eenmanszaak) in de zorgsector waarmee zij vanaf 2017 in stijgende lijn inkomsten genereert.
Er zijn geen concrete aanknopingspunten dat, zoals de Volksbank aanvoert, geen sprake is van een financiële stabiele relatie. Daarbij is van belang dat er al ongeveer 3 jaar is verstreken, nadat [eiseres] de volledige schuld aan de Volksbank heeft afgelost en dat [eiseres] alleen voor de schuld aan de Volksbank bij de BKR geregistreerd is geweest. Andere registraties zijn er niet en zijn er ook niet geweest.3.7. De conclusie op grond van wat in 3.6. is overwogen, is dat er op dit moment geen, althans onvoldoende, aanwijzingen zijn die maken dat i) [eiseres] moet worden beschermd tegen overkreditering, en dat ii) de kredietaanbieders moeten worden beschermd tegen financiële risico's bij kredietverlening aan [eiseres] . Haar betalingsmoraal is goed en ook haar financiële positie. Het langer handhaven van de kredietregistratie (codering A2) moet daarom wijken voor het persoonlijke belang van [eiseres] . Het is disproportioneel om deze kredietregistratie te handhaven.