Gepubliceerd op dinsdag 25 januari 2022
IT 3781
Rechtbank Gelderland ||
14 jan 2022
Rechtbank Gelderland 14 jan 2022, IT 3781; ECLI:NL:RBGEL:2022:126 (Verzoeker tegen BKR), https://itenrecht.nl/artikelen/bijzonderheidscoderingen-in-cki

Bijzonderheidscoderingen in CKI

Rb Gelderland 14 januari 2022, IT 3781; ECLI:NL:RBGEL:2022:126 (Verzoeker tegen BKR). Verzoeker vraagt de rechtbank het BKR te veroordelen om registratie van kredietovereenkomsten in het CKI te verwijderen. Hieraan legt hij ten grondslag dat het stelsel van krediet- en schuldenregistratie in het CKI in het algemeen in strijd is met de AVG en dat de wijze waarop het BKR zijn persoonsgegevens verwerkt onrechtmatig is. In casu is de verwerking echter gebaseerd op artikel 6 lid 1 onder f AVG. De door BKR vastgestelde bewaartermijn van vijf jaren is passend en proportioneel, zoals al vaker in rechtspraak bevestigd. De registratie van de kredietovereenkomsten hoeft dus niet te worden verwijderd. Verzoeker vraagt subsidiair om de bijzonderheidscoderingen te verwijderen uit het CKI.

Dit is mogelijk op grond van artikel 21 AVG in geval van redenen die met zijn specifieke situatie verband houden. Verzoeker lijdt aan autisme en heeft geen deugdelijke financiële opvoeding genoten. Inmiddels heeft hij voldoende inkomen vanuit zijn eigen onderneming en geen nieuwe privéschulden gemaakt. De bijzonderheidscoderingen maken het hem moeilijk tot onmogelijk om een zakelijke lening te verkrijgen, waardoor het lastig is zijn onderneming uit te oefenen. Hierbij komt kijken dat hij ook gehinderd wordt in het kopen van een woning in de buurt van zijn naasten. De belangen van toekomstige kredietverstrekkers wegen niet op tegen deze persoonlijke redenen van verzoeker. De rechtbank oordeelt dat de bijzonderheidscoderingen daarom moeten worden verwijderd door het BKR.

4.38. Gelet op al deze feiten en omstandigheden weegt naar het oordeel van de rechtbank het belang van toekomstige kredietverschaffers om te kunnen zien dat zich in het verleden betalingsproblemen hebben voorgedaan en [verzoeker] in een aantal gevallen niet het volledige krediet heeft kunnen terugbetalen, niet langer op tegen het belang van [verzoeker] om bevrijd te worden van de beperkingen die de bijzonderheidscoderingen voor hem met zich brengen.