Gepubliceerd op dinsdag 16 augustus 2022
IT 4023
Rechtbank Rotterdam ||
3 aug 2022
Rechtbank Rotterdam 3 aug 2022, IT 4023; ECLI:NL:RBROT:2022:6451 (Capayable tegen gedaagde), https://itenrecht.nl/artikelen/betalingsverplichting-verminderd-met-50

Betalingsverplichting verminderd met 50%

Ktr. Rb. Rotterdam 3 augustus 2022, IT 4023; ECLI:NL:RBROT:2022:6451 (Capayable tegen gedaagde) Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder e BW moet de volledige prijs van een product of dienst worden weergegeven. Eiseres heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan. De kantonrechter oordeelt dat het niet tonen van alle bijkomende kosten óók als voldoende ernstige schending van artikel 6:230m lid 1 onder e BW moet worden aangemerkt. Op grond van artikel 6:230v lid 3 BW moet het elektronische bestelproces zo worden ingericht dat aan de consument op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk is gemaakt dat de bestelling een betalingsverplichting inhoudt. De kantonrechter oordeelt dat er hier sprake is van een schending van artikel 6:230v lid 3 BW vanwege een onjuiste bestelknop. De kantonrechter oordeelt echter dat de schending in dit geval een volledige vernietiging van de overeenkomst niet rechtvaardigt. De kantonrechter vernietigt de overeenkomst daarom gedeeltelijk, in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd met 50%.

2.13. Het voorgaande neemt niet weg dat vanwege de onjuiste bestelknop sprake is van een schending van artikel 6:230v lid 3 BW. Om de afschrikkende werking van de richtlijn te bewaken zal de kantonrechter deze schending daarom rekenen als één schending bij de toepassing van de hiervoor genoemde sanctierichtlijn. De onjuiste tekst op de bestelknop rechtvaardigt naar het oordeel van de kantonrechter namelijk geen zwaardere sanctie dan een schending van een essentiële informatieplicht. Bij vermindering van de betalingsverplichting mag de consument bestelde producten immers houden. De situatie is daarom niet vergelijkbaar met vernietiging van de overeenkomst in zijn geheel. Daarbij is meegewogen dat het bestelproces verder wel zo is ingericht dat voor gedaagde duidelijk moet zijn geweest dat hij een betalingsverplichting aanging.