7 dec 2023
Beroep tegen inzageverzoek in de zin van artikel 15 AVG gegrond
Rb. Noord-Nederland 7 december 2023, IT 4467; ECLI:NL:RBNNE:2023:5486 (Eiser tegen de minister van Financiën) In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het besluit op zijn inzageverzoek in de zin van artikel 15 van de AVG in de persoonsgegevens die van hem zijn verwerkt in de Fraude Signalering Voorziening (FSV). De minister heeft het inzageverzoek afgewezen. Eiser gaat hiertegen in beroep. Hij stelt dat zijn registratie ongunstige gevolgen heeft gehad voor zijn onderneming. Daarom wil hij de aanleiding van deze registratie onderzoeken. Van belang is dat eiser de belangenafweging die ten grondslag ligt aan de weigering niet kan controleren omdat deze niet inzichtelijk is. De rechtbank is van oordeel dat het beroep van eiser gegrond is, maar dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand dienen te blijven.
Eiser betoogde dat de minister ten onrechte inzage had geweigerd in bepaalde gegevens in de FSV die betrekking hebben op hem. De rechtbank erkende dat met het bestreden besluit van 9 november 2022, waarin alsnog gedeeltelijke inzage werd verleend, niet volledig aan de inzageverplichtingen was voldaan, met name omdat bepaalde persoonsgegevens van eiser niet waren verstrekt. Deze werden echter alsnog tijdens de zitting overhandigd. Desalniettemin oordeelde de rechtbank dat de gevraagde informatie, zoals de naam van de ambtenaar en de opvragende instantie, geen persoonsgegevens van eiser omvat in de zin van de AVG en dus niet onderworpen zijn aan het inzagerecht van eiser. De rechtbank concludeerde dat de minister in dit geval geen inzage hoefde te verstrekken in deze specifieke gegevens. Verder oordeelde de rechtbank dat, ondanks de gedeeltelijke onrechtmatigheid van het bestreden besluit, de rechtsgevolgen ervan in stand kunnen blijven omdat uiteindelijk aan de inzageverplichting is voldaan door de aanvullende informatie die tijdens de zitting is verstrekt.
6.2. De rechtbank is van oordeel dat de naam van de ambtenaar, in het bestreden besluit weergeven als ‘naam ambtenaar xxx’, geen ontvanger is in de zin van artikel 15, eerste lid en onder c, van de AVG. De minister heeft toegelicht dat dit de naam van de ambtenaar betreft die de (persoons)gegevens van eiser heeft opgevoerd in de FSV. Om die reden is de opvoerende ambtenaar geen ontvanger (derde) aan wie persoonsgegevens van eiser zijn verstrekt namens de minister. De minister heeft de naam of categorie van deze ambtenaar dan ook niet aan eiser hoeven te verstrekken.