Gepubliceerd op dinsdag 24 mei 2022
IT 3942
Rechtbank Rotterdam ||
9 nov 2020
Rechtbank Rotterdam 9 nov 2020, IT 3942; ECLI:NL:RBROT:2020:13357 (Verzoeker tegen NautaDutilh), https://itenrecht.nl/artikelen/avg-beperkt-door-geheimhoudingsplicht-advocaat

AVG beperkt door geheimhoudingsplicht advocaat

Rb. Rotterdam 9 november 2020, IT 3942; ECLI:NL:RBROT:2020:13357 (Verzoeker tegen NautaDutilh) In de onderhavige zaak is NautaDutilh verzocht om additionele informatie te verschaffen over de persoonsgegevens van verzoeker. NautaDutilh stelt zich hierbij op het standpunt dat zij de verzoeker alle informatie heeft verschaft die zij verplicht is te geven op grond van art. 13 AVG en dat verdere informatieverstrekking problemen zal opleveren met de verstrekkende geheimhoudingsplicht van advocaten. De Rotterdamse rechter volgt de argumentatie van NautaDutilh en stelt dat de informatieverstrekking van de AVG niet ongelimiteerd is. Het beroepsgeheim van een advocaat is een legitieme beperking hierop.

3.6. Het standpunt van [naam verzoeker] dat artikel 23 AVG niet geldt voor de geheimhoudingsplicht kan niet worden gevolgd. In artikel 23 AVG is bepaald dat de reikwijdte van de verplichtingen en rechten in de AVG worden beperkt door middel van Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepalingen die op de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker van toepassing zijn, op voorwaarde dat die beperking de wezenlijke inhoud van de grondrechten en fundamentele vrijheden onverlet laat en in een democratische samenleving een noodzakelijke en evenredige maatregel is ter waarborging van onder meer de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen. Artikel 41 lid 1 UAVG bepaalt onder meer dat de verwerkingsverantwoordelijke de verplichtingen en rechten, bedoeld in de artikelen 12 tot en met 21 en artikel 34 van de verordening, buiten toepassing kan laten voor zover zulks noodzakelijk en evenredig is ter waarborging van de rechten en vrijheden van anderen. Ingevolge artikel 10a sub e van de Advocatenwet draagt de advocaat in het belang van een goede rechtsbedeling zorg voor de rechtsbescherming van zijn cliënt. Daartoe is de advocaat bij de uitoefening van zijn beroep vertrouwenspersoon en neemt hij geheimhouding in acht binnen de door de wet en het recht gestelde grenzen. Ingevolge artikel 11a van de Advocatenwet is de advocaat, voor zover niet bij wet anders is bepaald, ten aanzien van al hetgeen waarvan hij uit hoofde van zijn beroepsuitoefening als zodanig kennis neemt tot geheimhouding verplicht. Dezelfde verplichting geldt voor medewerkers en personeel van de advocaat, alsmede andere personen die betrokken zijn bij de beroepsuitoefening. De geheimhoudingsplicht van Nauta vormt een beperking die op de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker, Nauta, van toepassing is, zoals bedoeld in artikel 23 AVG. Het in acht nemen van de geheimhoudingsplicht door de advocatuur is immers een basisvoorwaarde voor het kunnen functioneren van de rechtsstaat. Degene die zich ter zake van een geschil met een derde tot een advocaat wendt, moet erop kunnen vertrouwen dat hij dat in vrijheid kan doen en dat die advocaat ten aanzien van hetgeen hem/haar wordt toevertrouwd geheimhouding zal betrachten. Die geheimhouding strekt zich in beginsel ook uit tot de vraag of iemand zich tot een bepaalde advocaat heeft gewend en, zo ja, ter zake waarvan. Dit brengt mee dat Nauta niet was gehouden om meer informatie aan [naam verzoeker] te verstrekken dan zij heeft gedaan. De verzoeken van [naam verzoeker] die ertoe strekken om meer informatie te verkrijgen, dienen derhalve te worden afgewezen.