Gepubliceerd op dinsdag 15 februari 2022
IT 3826
Rechtbank Den Haag ||
4 jan 2018
Rechtbank Den Haag 4 jan 2018, IT 3826; ECLI:NL:RBDHA:2018:35 (Eiser tegen Staatssecretaris van Financiën), https://itenrecht.nl/artikelen/ander-doel-voor-opvragen-persoonsgegevens

Ander doel voor opvragen persoonsgegevens

Rb Den Haag 4 januari 2018, IT 3826; ECLI:NL:RBDHA:2018:35 (Eiser tegen Staatssecretaris van Financiën) Eiser heeft op grond van artikel 35 van de Wbp verzocht om de bij de inspecteur bekende gegevens betreffende zijn vermeende buitenlandse vermogen, alsmede om alle gegevens die ten grondslag liggen aan de beslissing om een onderzoek naar zijn fiscale woonplaats in te stellen. Verweerder wijst dit verzoek vervolgens af, omdat hij de belangen van eiser bij inzage in de persoonsgegevens van minder belang acht dan de gewichtige economische en fiscale belangen van de Staat.

De rechtbank oordeelt dat eiser de bevoegdheid om een verzoek in te dienen op grond van de Wbp heeft gebruikt voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is gegeven. Eiser wil namelijk niet nagaan of zijn gegevens op de juiste manier worden verwerkt, maar hij wil geheime stukken verkrijgen die de inspecteur in de fiscale procedures heeft geweigerd te verstrekken. Daarom dient het beroep van eiser niet-ontvankelijk te worden verklaard.

Deze uitspraak is in hoger beroep vernietigd, omdat er zwaarwichtige gronden zijn vereist voor de niet-ontvankelijkverklaring bij een beroep dat misbruik van recht behelst. Anders dan de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat dergelijke zwaarwichtige gronden in dit geval niet aanwezig zijn.

6. Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van de rechtbank dat eiser de bevoegdheid om een verzoek in te dienen op grond van de Wbp heeft gebruikt voor een ander doel dan waarvoor die bevoegdheid is gegeven.