6 sep 2018
ACM hoeft documenten die Daisycon heeft opgevraagd via de Wob niet te verstrekken
Rechtbank Rotterdam 6 september 2018, IT 2639; ECLI:NL:RBROT:2018:7319 (Daisycon tegen ACM) De Rechtbank Rotterdam heeft bevestigd dat de ACM de documenten niet hoefde te verstrekken die Daisycon met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) had opgevraagd. Dit heeft de rechtbank op 26 april en 6 september 2018 bepaald. Daisycon heeft de ACM verzocht om documenten te verstrekken over onderzoek naar (mogelijke) overtredingen van het spamverbod bij twee concurrenten.
Daisycon heeft gevraagd om informatie die betrekking heeft op een aan de ACM wettelijk opgedragen taak. De rechtbank heeft bevestigd dat deze informatie volledig valt onder de werking van de Instellingswet ACM (Iw). De ACM moet op verkregen gegevens de geheimhoudingsplicht van artikel 7 Iw toepassen. Daarnaast moet de ACM artikel 12w toepassen op documenten die door of in opdracht van de ACM zijn vervaardigd. Voor toepassing van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) bestaat in dat geval geen ruimte.
De ACM heeft op de vervaardigde documenten artikel 12w Iw toegepast. Daarbij komt de ACM een zekere mate van vrijheid toe bij de toepassing van artikel 12w Iw. Daarvan zal de ACM alleen gebruik maken als openbaarmaking noodzakelijk is vanuit het oogpunt van voorlichting en transparantie.
Informatie die derden aan de ACM verstrekken is geheim (wettelijke geheimhoudingsplicht). Documenten die zulke informatie bevatten heeft de ACM volgens de rechtbank dan ook terecht niet verstrekt. De documenten die Daisycon had opgevraagd en die door de ACM zijn vervaardigd, heeft de ACM evenmin openbaar hoeven maken. De ACM kon redelijkerwijs oordelen dat dit niet noodzakelijk is uit het oogpunt van voorlichting en transparantie.