28 apr 2016
Aanbesteding mobiele communicatiemiddelen voor politie voldoende geverifieerd
Vzr. Rechtbank Den Haag 28 april 2016, IEF 15920; ECLI:NL:RBDHA:2016:4626 (Politie-Appleproducten)
Aanbesteding over levering en reparatie van mobiele communicatiemiddelen voor de Politie. Aanbestedende dienst heeft winnende inschrijving geverifieerd op de wijze als aangekondigd in de aanbestedingsstukken en niet gebleken is dat winnende inschrijving ontoelaatbare kortingen heeft verwerkt in de geoffreerde prijzen. Geen aanleiding voor terzijde leggen van winnende inschrijving, herbeoordeling van de inschrijvingen of heraanbesteding. Vorderingen afgewezen.
3.1. De Politie heeft een Europese openbare aanbesteding georganiseerd voor de gunning aan één leverancier van een raamovereenkomst voor de levering en reparatie van mobiele communicatiemiddelen, waaronder Appleproducten, en accessoires en vernietiging van door de Politie aan te leveren oude mobiele apparatuur (de opdracht). De looptijd van de te sluiten raamovereenkomst bedraagt twee jaar, met een optie tot verlenging van tweemaal één jaar. Het gunningscriterium is de Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI). De opdracht is aangekondigd op 21 oktober 2015. Tot 20 november 2015 konden vragen over de Uitnodiging tot Inschrijving (de UtI) worden gesteld, die uiterlijk op 27 november 2015 zouden worden beantwoord.
4.4. Ingevolge de aanbestedingsstukken moet de Politie in het geval van in de markt ongebruikelijke prijzen een nadere verificatie uitvoeren. De Politie heeft dit niet – althans niet adequaat – gedaan, nu [B] niet bevoegd was hierover te communiceren met de Politie. Een verificatie bij uitsluitend [de BV] geldt niet als een adequate verificatie, omdat TechData – al dan niet op verzoek van [de BV] – aan [de BV] een netto inkoopprijs kan hebben gegeven waarin algemene kortingen zijn verwerkt. Als [de BV] die prijs vervolgens bij de verificatie aan de Politie laat zien, laat zij prijzen zien waarin wél algemene kortingen zijn verwerkt. Bovendien zag de Politie zelf ook aanleiding de prijzen van [de BV] bij TechData te verifiëren. TechData heeft daaraan geen medewerking verleend en het is onbestaanbaar dat de Politie het er dan maar bij laat zitten.
4.5. De Politie komt geen discretionaire bevoegdheid toe om wel of niet over te gaan tot het terzijde leggen van een manipulatieve inschrijving, omdat manipulatieve inschrijvingen naar de aard onvergelijkbaar zijn met niet-manipulatieve inschrijvingen. Door de manipulatieve inschrijving van [de BV] en [X] niet terzijde te leggen, althans door niet alsnog een adequate verificatie uit te voeren handelt de Politie in strijd met de beginselen van gelijkheid, transparantie en proportionaliteit.
5.1. De voorzieningenrechter overweegt allereerst dat [de VOF] niet kan worden gevolgd in haar betoog dat de door de Politie uitgevoerde verificatie van de geoffreerde prijzen niet adequaat is uitgevoerd. Ingevolge aanbestedingsstukken (antwoord op vraag 10 in de NvI) vraagt de Politie – indien zij tot verificatie overgaat – inzage in de offerte c.q. prijsafspraak met de vendor of distributeur. De inschrijving wordt vervolgens als manipulatief beschouwd, indien – voor zover nu relevant – de in het prijzenblad aangegeven netto inkoopprijzen lager zijn dan hetgeen is aangegeven in de offerte c.q. prijsafspraak. Vaststaat dat de Politie [de BV] heeft verzocht inzage te geven in de offerte die [de BV] van haar vendor / distributeur heeft ontvangen en dat [de BV] die inzage vervolgens heeft verstrekt door het overleggen van de ontvangen prijzen voor de uitgevraagde toestellen. De Politie heeft onweersproken gesteld dat hieruit is gebleken dat de door [de BV] aan de Politie geoffreerde prijzen dezelfde zijn als de prijzen die TechData aan [de BV] heeft geoffreerd. Aldus heeft de Politie, zoals zij terecht stelt, zich gehouden aan het verificatietraject zoals neergelegd in de aanbestedingsdocumenten. Daargelaten de vraag of het toelaatbaar was voor een inschrijver om kortingen toe te passen op de door de vendor/distributeur geoffreerde prijzen, staat gezien deze verificatie vast dat [de BV] dat niet heeft gedaan. Volledigheidshalve merkt de voorzieningenrechter nog op dat de verificatie die de Politie vervolgens nog onverplicht – deze verificatie is immers in de aanbestedingsdocumenten niet voorgeschreven – heeft uitgevoerd bij TechData zelf geen ander licht op het vorenstaande werpt. Immers, ook TechData bevestigt dat de prijzen die de Politie van [de BV] geoffreerd heeft gekregen dezelfde zijn als de prijzen die TechData aan [de BV] heeft geoffreerd. Dat vanuit TechData nadien nog is bericht dat aan de communicatie vanuit TechData richting de Politie geen rechten kunnen worden ontleend – omdat die communicatie in strijd is met het interne beleid van TechData – betekent niet dat de door TechData verstrekte informatie (die in lijn was met de eerder ook door [de BV] verstrekte informatie) inhoudelijk onjuist is geweest en er is ook geen aanleiding om dat aan te nemen.