Gepubliceerd op dinsdag 29 maart 2016
IT 2028
Rechtbank ||
11 feb 2016
Rechtbank 11 feb 2016, IT 2028; ECLI:NL:RBOVE:2016:440 (Stalker tegen slachtoffers), https://itenrecht.nl/artikelen/28-jarige-stalker-veroordeelt-tot-gevangenisstraf-van-zes-maanden

28-jarige stalker veroordeelt tot gevangenisstraf van zes maanden

Een 28-jarige man uit Almelo is veroordeeld voor het stalken van twee vrouwen via telefoonoproepen en WhatsAppberichten. De rechter is het eens met de Officier van Justitie en acht het bewezen dat hij opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van beide slachtoffers en ze heeft gedwongen iets tegen hun zin in te doen. De verdachte wordt vrijgesproken voor het afpersen en bedreigen van slachtoffer 2. De verdachte wordt verminderd toerekeningsvatbaar verklaart vanwege een narcistische persoonlijkheidsstoornis en veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden en een werkstraf van 200 uur, waarvan 100 voorwaardelijk. Ook krijgt hij een ambulante behandeling tijdens zijn proeftijd opgelegd. 

Ten aanzien van feit 1 en feit 3:

Met de officier van justitie en de raadsman acht de rechtbank het onder 1 en 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. 

De rechtbank overweegt dat ten aanzien van deze feiten sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering en zal daarom in de bijlage van dit vonnis volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid. 

Ten aanzien van feit 2:

De rechtbank stelt vast dat verdachte dit feit stellig heeft ontkend en dat de aangifte op dit punt onvoldoende ondersteuning vindt in de overige stukken van het dossier. Bij die stand van zaken is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte het oogmerk heeft gehad om zichzelf wederrechtelijk te bevoordelen. 

De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken voor het onder 2 ten laste gelegde.