5 feb 2020
Verzoek tot wijziging persoonsgegevens is afgewezen
Raad van State 5 februari 2020, IT 3042; ECLI:NL:RVS:2020:380 (Verzoek wijziging persoonsgegevens) Appellant had een verzoek tot wijziging gedaan, omdat hij eerder niet zijn juiste persoonsgegevens heeft opgegeven om zo voor een status als alleenstaande minderjarige asielzoeker in aanmerking te komen. Bij besluit van 9 januari 2018 heeft het college het verzoek van appellant om zijn persoonsgegevens in de basisregistratie personen (“brp”) te wijzigen afgewezen. De rechtbank ging mee in dit besluit. Appellant ging daartegen in hoger beroep. Er wordt allereerst overwogen dat gegevens in de brp betrouwbaar en duidelijk moeten zijn. Er wordt vervolgens in lijn geoordeeld met de rechtbank. Het tot twee maal toe wijzigen van appellantes standpunt over het document waarop het notarieel certificaat is gebaseerd afbreuk doet aan zijn geloofwaardigheid en aan de bewijswaarde die aan de door hem overlegde documenten kan worden toegekend. Tevens ontbreekt er een geldig document, zodat de rechtbank met juistheid heeft geoordeeld dat het college reeds daarom het verzoek terecht heeft afgewezen.
6.5 Gelet op wat in rechtsoverweging 6.4. is overwogen heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat het tot twee maal toe wijzigen van zijn standpunt over het document waarop het notarieel certificaat is gebaseerd afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van [appellant] en aan de bewijswaarde die aan de door [appellant] overgelegde documenten kan worden toegekend.
6.6 Ook heeft de rechtbank, gelet op wat in rechtsoverweging 6.4. is overwogen, terecht geoordeeld dat [appellant] geen duidelijkheid heeft verschaft over welk brondocument ten grondslag ligt aan het notarieel certificaat. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het college daarom aan het notarieel certificaat waarop [appellant] zich beroept niet de waarde heeft hoeven toekennen die [appellant] daaraan toegekend wenst te zien. Dit betekent dat een geldig document als bedoeld onder 1 van de Circulaire ontbreekt, zodat de rechtbank met juistheid heeft geoordeeld dat het college reeds daarom het verzoek terecht heeft afgewezen. Daarom komt de Afdeling niet toe aan een bespreking van de andere hogerberoepsgronden van [appellant], die betrekking hebben op het DNAonderzoeksrapport en op de vraag of van hem kan worden verlangd een eigen hukou dan wel een actuele hukou van zijn ouders waarin hij als zoon staat vermeld over te leggen.