Verloop aanbestedingsprocedure onvoldoende transparant
Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 12 februari 2014, ECLI:NL:RBNNE:2014:710 (Montad B.V. tegen Stichting Openbare Verlichting Fryslân)
Aanbestedingsrecht. Heraanbesteding. Beheersoftware openbare verlichting. Na uitnodiging tot een meervoudige onderhandse aanbesteding, is Montad geselecteerd na inschrijving. SOVF heeft Montad medegedeeld dat zij economisch de meest voordelige inschrijving heeft gedaan en dat SOVF de opdracht daarom aan Montad gunt. Daarbij heeft SOVF aangegeven dat definitieve gunning kan plaatsvinden na de beproeving van het concept van Montad, onder voorwaarde dat deze een positieve uitkomst heeft. Na de beproeving heeft SOVF Montad medegedeeld dat de opdracht haar niet zal worden gegund. Montad vordert succesvol SOVF te verbieden de opdracht “Beheersoftware openbare verlichting” te gunnen aan een derde, in geval van overtreding van dit verbod; SOVF gebiedt, inzien zij overgaat tot heraanbesteding, Montad uit te nodigen tot het doen van een inschrijving.
Met Montad is de voorzieningenrechter van oordeel dat onvoldoende in de aanbestedingsstukken is aangegeven hoe de procedure er verder uit zal zien als de aanvankelijke nummer 1 niet meer de economisch meest voordelige aanbesteding heeft. Zulks is in het kader van het door SOVF als aanbesteder in acht te nemen transparantie- en gelijkheidsbeginsel wel vereist. De vorderingen van Montad zijn dan ook toewijsbaar.
Beheerder kan ineens alle gegevens van alle OVL-partijen benaderen en selecties maken. Voor andere gebruikers zijn delen van de database af te schermen, zodat zij alleen hun eigen gegevens kunnen zien.
5.9. De voorzieningenrechter is van oordeel dat SOVF de inschrijving van Montad vanwege het niet voldoen aan genoemde bestekseis ten onrechte ongeldig heeft verklaard. Het desbetreffende standpunt van SOVF is in strijd met de bewoordingen en systematiek van het bestek. Voormelde bestekseis dient naar het oordeel van de voorzieningenrechter aldus te worden uitgelegd, dat de te leveren software het mogelijk dient te maken dat beheerder (SOVF) enerzijds in één keer en tegelijk alle gegevens van de OVL-partijen moet kunnen benaderen (lees: inzien) en selecteren en anderzijds dat gebruikers delen van de database kunnen afschermen, zodat zij alleen hun eigen data kunnen zien. Vast staat dat de door Montad aangeboden beheersoftware deze mogelijkheden biedt. Het is mogelijk om alle datasets tegelijk in te zien en om per dataset (per OVL-partij) overzichten en selecties te maken van de beheergegevens. De interpretatie die SOVF aan het bestek geeft, is dat de beheersoftware het ook mogelijk moet maken voor de beheerder om overzichten, selecties en dergelijke als gebruiker over alle datasets (van alle OVL-partijen) in één keer en tegelijk te maken. Dit is naar het oordeel van de voorzieningenrechter een verdergaande eis dan die welke in het door SOVF opgestelde bestek is vermeld. Het bestek verplicht er niet toe dat de beheersoftware de mogelijkheid dient te bieden om dergelijke overzichten – hoe wenselijk SOVF dat wellicht ook acht – van de overall gegevens van de datasets in één keer en tegelijk te (kunnen) maken. Voor zover SOVF zich in verband met haar stelling dat zij de inschrijving van Montad als ongeldig mocht aanmerken heeft beroepen op haar uitnodigingsbrief met bijlage, kan ook dat betoog niet slagen. In de bijlage staat (overigens in duidelijker bewoordingen dan in het bestek) vermeld dat inschrijving geen zin heeft als aan de vermelde eisen niet wordt voldaan. Ook de in de bijlage gebruikte bewoordingen kunnen echter niet aldus worden begrepen dat de inschrijving ongeldig is als de datasets niet overall zijn te bewerken.
5.10. De slotsom moet dan ook zijn dat de inschrijving van Montad in deze aanbestedingsprocedure als rechtsgeldig moet worden beschouwd.
De puntentoekenning aan Montad
5.11. Hiervoor is geoordeeld dat de door Montad aangeboden beheersoftware de mogelijkheid biedt om in één keer/tegelijk alle gegevens van de OVL-partijen te kunnen benaderen en selecteren en dat gebruikers delen van de database kunnen afschermen, zodat zij alleen hun eigen data kunnen inzien, en dat de inschrijving van Montad in zoverre aan de ter zake in het bestek gestelde eis voldoet. Vastgesteld wordt dat tijdens de BvC SOVF aan Montad op dit punt vanwege het niet voldoen aan het bestek bij de puntentoekenning een lagere score (namelijk 0 punten) heeft toegekend. Waar de beheersoftware van Montad op dit punt wel als besteksconform heeft te gelden, zijn er dan ook ten onrechte geen punten aan Montad toegekend. In zoverre is de puntentoekenning aan Montad dan ook op onjuiste wijze geschied. Met betrekking tot de overige aan Montad toegekende punten oordeelt de voorzieningenrechter dat bij het gunningscriterium “meest voordelige aanbieding” de beoordeling door een commissie, zoals de onderhavige, veelal een subjectief karakter heeft. Dit is aanvaardbaar voor zover de commissie in redelijkheid tot haar oordeel heeft kunnen komen. Zoals SOVF zelf in haar memo (productie 5 van de zijde van SOVF) heeft aangegeven, lijkt op in ieder geval één onderdeel de puntentoekenning aan Montad (ook) te moeten worden herzien. Gelet op het voor het overige tussen partijen gevoerde debat over de puntentoekenning (dat met name aan de hand van de in dat kader overgelegde memo’s heeft plaatsgevonden), kan – hoewel aan de commissie een ruime beoordelingsvrijheid toekomt - naar het oordeel van de voorzieningenrechter voorshands niet worden uitgesloten dat op een aantal andere onderdelen de puntentoekenning aan Montad eveneens bijstelling behoeft.
Gevolgen van een en ander voor de aanbestedingsprocedure
5.12. Met Montad is de voorzieningenrechter van oordeel dat onvoldoende in de aanbestedingsstukken is aangegeven hoe de procedure er verder uit zal zien als de (aanvankelijke) nummer 1 na de BvC niet meer de economisch meest voordelige aanbesteding heeft. Zulks is in het kader van het door SOVF als aanbesteder in acht te nemen transparantie- en gelijkheidsbeginsel wel vereist. Tegen die achtergrond én de hiervoor vastgestelde onregelmatigheden in de aanbestedingsprocedure, dient naar het oordeel van de voorzieningenrechter de lopende aanbestedingsprocedure te worden afgebroken en is heraanbesteding geïndiceerd. De daartoe strekkende vordering van Montad (voor zover SOVF de opdracht nog wenst te gunnen) is dan ook toewijsbaar, zoals hierna in het dictum te melden.