DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op woensdag 30 juni 2021
IT 3571
Rechtbank ||
30 jun 2021
Rechtbank 30 jun 2021, IT 3571; ECLI:NL:RBMNE:2021:2762 (Stichting tegen moskeebezoeker), https://itenrecht.nl/artikelen/verbod-op-negatieve-uitlatingen-moskeebezoeker-toegewezen

Verbod op negatieve uitlatingen moskeebezoeker toegewezen

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 30 juni 2021, IEF 20055, IT 3571; ECLI:NL:RBMNE:2021:2762 (Stichting tegen moskeebezoeker) Kort geding. Verbod op (negatieve) uitlatingen onder meer in vlogs op YouTube door gedaagde, een moskeebezoeker, over de stichting van een moskee en haar bestuursleden en vrijwilligers wordt toegewezen. De belangen van de stichting wegen zwaarder dan het belang van de gedaagde, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn uitlatingen op waarheid zijn gebaseerd. De gedaagde mag in het openbaar kritisch zijn en zijn mening uiten, maar de beschuldigingen moeten wél gefundeerd zijn. Er kan niet worden gezegd dat gedaagde misstanden aan de kaak stelt om een maatschappelijk debat op gang te brengen of dat zijn uitingen het algemeen belang dienen. Er is sprake van lichtvaardige verdachtmakingen die de eer en de goede naam en/of persoonlijke levenssfeer van de stichting c.s. kan schaden. Gedaagde heeft een maatschappelijk bekende posite. Er mag daarom van hem worden verwacht dat hij zorvuldig is met zijn uitlatingen, omdat die eerder voor waar worden aangenomen.

3.9.
Gebleken is dat [gedaagde] in zijn vlogs ernstige en zware beschuldigingen maakt aan het adres van de Stichting c.s. Dit wordt door hem ook niet betwist. Hij gebruikt in de titels van zijn vlogs het woord ‘corrupt’, terwijl ter zitting bleek dat hij niet weet wat dit woord betekent en de negatieve waarde daarvan kent. Verder beschuldigt [gedaagde] de Stichting c.s. (onder meer) van verduistering van het geld en goud (ene keer € 50.000,00 en andere keer 1 miljoen euro), het verrichten van gruweldaden, stelt dat de bestuurders van de Stichting levensgevaarlijk zijn en dat hij bewijs van alles heeft. De voorzieningenrechter overweegt dat [gedaagde] openbaar kritisch mag zijn en zijn mening mag uiten, maar beschuldigingen van deze aard moeten wél gefundeerd zijn. Dat is waar het in deze zaak aan schort. [gedaagde] heeft van geen enkele van zijn uitlatingen ook maar begin van bewijs geleverd. Daardoor kan de voorzieningenrechter niet anders dan aannemen dat de uitingen van [gedaagde] niet op waarheid zijn gebaseerd. Dat [gedaagde] stelt een groep donateurs achter zich te hebben die een en ander kunnen staven, maakt dit niet anders. Die betreffende donateurs hebben in deze procedure géén verklaringen afgelegd waaruit hun standpunt blijkt. [gedaagde] heeft slechts getekende algemeen geformuleerde volmachten overgelegd die verder niets zeggen over de uitlatingen die [gedaagde] doet. Bovendien zijn die volmachten door de Stichting c.s. gemotiveerd betwist. Ook is niet gebleken dat [gedaagde] en/of de groep donateurs die hem opdracht hebben gegeven namens hen met de Stichting c.s. in overleg te treden, een serieuze poging hebben gedaan om op constructieve wijze dat gesprek over de donaties en de bestemming daarvan aan te gaan.

3.10.
Nu niet aannemelijk is geworden dat de beweringen van [gedaagde] in enige mate steun vinden in de feiten, kan ook niet worden gezegd dat [gedaagde] misstanden aan de kaak stelt om een maatschappelijk debat op gang te brengen of dat het algemeen belang ermee wordt gediend. Er is, met andere woorden, sprake van lichtvaaridge verdachtmakingen die de eer en de goede naam en/of persoonlijke levenssfeer van de Stichting c.s. kan schaden.

3.11.
De voorzieningenrechter overweegt verder dat volgens [gedaagde] hij een belangrijke maatschappelijke positie bekleed omdat hij bekend staat in de wijk vanwege zijn positieve bijdrage in het bestrijden van overlast en criminaliteit in de [naam buurt] . Van zo iemand mag worden verwacht dat hij zorvuldig is met zijn uitlatingen, omdat men die eerder voor waar aanneemt.