2 nov 2021
Telefonisch gesloten overeenkomst is nietig
Rechtbank Noord-Nederland 2 november 2021, IEF 20375, IT 3738; ECLI:NL:RBNNE:2021:5103 (DGB Energie tegen gedaagde) Verstek. DGB Energie heeft bij dagvaarding gevorderd dat gedaagde wordt veroordeeld om aan DGB Energie een bedrag van € 489,29 te betalen, vermeerderd met rente en kosten. De kantonrechter maakt uit de akte op dat DGB Energie het initiatief heeft genomen om de overeenkomst telefonisch aan te gaan. Dit betekent dat aan het schriftelijkheidsvereiste uit artikel 6:230v lid 6 BW moet worden voldaan. DGB Energie heeft gesteld dat gedaagde het aanbod tot het aangaan van de overeenkomst schriftelijk heeft aanvaard en zij verwijst hierbij onder andere naar productie 2. De kantonrechter overweegt dat productie 2 is ingevuld met gegevens van gedaagde, maar op basis van deze gegevens kan de kantonrechter niet vaststellen dat gedaagde het aanbod ook daadwerkelijk schriftelijk heeft aanvaard. De kantonrechter oordeelt op grond van het voorgaande dat niet is voldaan aan het vormvereiste van artikel 6:230v lid 6 BW, de overeenkomst is om die reden nietig. De vordering wordt afgewezen.
2.4. DGB Energie heeft gesteld dat [gedaagde] het aanbod tot het aangaan van de overeenkomst schriftelijk heeft aanvaard en zij verwijst hierbij onder andere naar productie 2. De kantonrechter overweegt dat productie 2 is ingevuld met gegevens van [gedaagde] , maar op basis van deze gegevens kan de kantonrechter niet vaststellen dat [gedaagde] het aanbod ook daadwerkelijk schriftelijk heeft aanvaard. Weliswaar valt uit de productie op te maken dat [gedaagde] op 11 mei 2020 de overeenkomst zou hebben ondertekend, in combinatie met een IP-adres, maar het is niet aan de kantonrechter om zelf op zoek te gaan naar dergelijke aanknopingspunten waaruit het schriftelijk akkoord van [gedaagde] zou moeten volgen en hieraan een gevolgtrekking te verbinden. Het had dan ook op de weg van DGB Energie gelegen om het schriftelijke akkoord van [gedaagde] voldoende inzichtelijk te maken en stap voor stap uiteen te zetten. De kantonrechter kan dit namelijk - gelet op de consumentenbescherming en het waarborgen hiervan - niet aannemen op basis van een (ingevuld) sjabloon zonder nadere toelichting van DGB Energie waaruit het akkoord dient te volgen. Nu DGB Energie dit heeft nagelaten, kan de kantonrechter om die reden niet controleren of [gedaagde] het aanbod tot het aangaan van de overeenkomst schriftelijk heeft aanvaard als bedoeld in artikel 6:230v lid 6 BW. De door DGB Energie overgelegde producties kunnen het gestelde schriftelijke akkoord van [gedaagde] echter niet bewijzen.
2.5. De kantonrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat niet is voldaan aan het vormvereiste van artikel 6:230v lid 6 BW. De overeenkomst is om die reden nietig. Een andere uitleg van artikel 6:230v lid 6 BW zou tot gevolg hebben dat de consumentenbescherming eenvoudig kan worden omzeild door de enkele stelling dat de consument het aanbod schriftelijk heeft aanvaard zonder concrete onderbouwing hiervan.