DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op vrijdag 12 april 2019
IT 2743
||
, IT 2743; (Issue 3 en 4), https://itenrecht.nl/artikelen/sgoa-issues-3-en-4-betreffen-wezenlijke-verplichtingen-en-rechtvaardigen-ontbinding

SGOA: Issues 3 en 4 betreffen ‘wezenlijke verplichtingen’ en rechtvaardigen ontbinding

SGOA Arbitraal vonnis .. juli 2018, IT 2743 (Issue 3 en 4) Rechtsgeldige ontbinding. Leverancier is softwareleverancier. Zij biedt het standaardsoftwarepakket Service Management [("R")], dat kent standaardoplossingen voor het automatiseren van bepaalde dienstverleningsprocessen, bijvoorbeeld storingsregistratie, contractbeheer, planning, digitale werkbonnen en rapportages. Het scheidsgerecht is met Afnemer van mening dat ingebruikneming van [R] bij [Afnemer MT] niet betekent dat afnemer latere versies niet meer zou kunnen of mogen testen en aan de status van die versies geen juridische gevolgen meer zou mogen verbinden. Status van de Januari 2017-afspraken: Afnemer heeft na het afblazen van de live-gang in januari 2016 geen opvolging gegeven aan de verbetervoorstellen die zijn gedaan. Daarmee heeft afnemer een kans laten lopen om het Project in die fase alsnog tot een goed eind te laten komen. De Januari 2017-afspraken dienen daarom te worden gezien als nieuwe afspraken tussen partijen. Het scheidsgerecht is van mening dat de overeengekomen testprocedure er niet aan in de weg stond dat afnemer leverancier in gebreke stelde. Een ingebrekestelling is immers ‘een laatste kans’ en de wederpartij moet op basis daarvan weten hoe hij het verzuim kan voorkomen of herstellen. Het Scheidsgerecht bespreekt de 22 issues. Echter de issues 3 en 4 betreffen ‘wezenlijke verplichtingen’ en rechtvaardigen ontbinding van de Overeenkomst. De issues 3 en 4 betreffen beide de urenregistratie van personeel van Afnemer, waardoor deze gebreken direct invloed hebben op de facturatie aan haar klanten en uitbetaling van vergoedingen/salaris aan personeel. Hierdoor raken deze issues direct de bedrijfsvoering van Afnemer.

De afnemer heeft de Overeenkomst terecht ontbonden, waardoor een recht op ongedaanmaking ontstaat. Tevens is vastgesteld dat de Januari 2017-afspraken het karakter hebben van nieuwe afspraken over het voltooien van het Project. De kosten van de inzet van acht medewerkers die - achteraf nodeloos - tijd aan het project hebben besteed is nauwelijks toegelicht. In plaats van €365.930,55 wordt in goede justitie op €25.000 vastgesteld. Kosten voor opleiding van medewerkers worden ook toegekend. Leverancier dient terzake van de ongedaanmakingsverplichting aan afnemer €72.360,16 te betalen ter uitvoering van de Januari 2017-afspraken. Schadevergoeding: €171.656,80 en terzake de rechtsbijstand €36.912,28.