DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op maandag 8 maart 2021
IT 3434
||
5 mrt 2021
5 mrt 2021, IT 3434; (Digital Revolution tegen Media Concept), https://itenrecht.nl/artikelen/p-g-wissink-verwerpt-cassatieberoep-digital-revolution

Uitspraak ingezonden door Rutger Stoop, Brinkhof.

P-G Wissink verwerpt cassatieberoep Digital Revolution

HR 5 maart 2021, IEF 19811, IT 3434, 20/01382 (Digital Revolution tegen Media Concept) [Vervolg op IEF 19027]. Lopende cassatieprocedure. Media Concept biedt, net als Digital Revolution, online inkt- en tonercartridges aan en maakt hiervoor reclame via Google Shopping, waarbij zij met een lagere prijs adverteert dan te zien is als haar website rechtstreeks wordt benaderd. Digital Revolution meende dat er sprake zou zijn van misleiding, oneerlijke handelspraktijken en ongeoorloofde vergelijkende reclame. Zij werd echter door zowel de voorzieningenrechter als in hoger beroep niet in het gelijk gesteld. Procureur-generaal Wissink stelt in deze conclusie de beslissing van het Hof Arnhem-Leeuwarden in het gelijk en verzoekt de Hoge Raad tot verwerping van het cassatieberoep van Digital Revolution.

2.58 Het hof heeft beoordeeld of op Google Shopping, de bestemmingspagina respectievelijk de homepage van prindo.nl kon dan wel moest worden vermeld dat er een prijsverschil is tussen de route via Google Shopping en de bestemmingspagina enerzijds en de route via de homepage van prindo.nl anderzijds (zie rov. 5.11, 5.14 en 5.15). Het hof heeft voorts beoordeeld of de gemiddelde klant die de webwinkel van prindo.nl rechtstreeks bezoekt door de mededeling over “gunstige prijzen” in de veronderstelling wordt gebracht dat de daarop aangeboden prijzen de beste prijzen zijn waarvoor het product bij Media Concept te verkrijgen is, terwijl dat niet juist is (rov. 5.14). In dit verband oordeelde het hof, kort gezegd, dat Media Concept op haar homepage niet hoeft te vermelden dat haar producten via Google Shopping goedkoper zijn (rov. 5.15) en dat de mededeling over “gunstige prijzen” door de gemiddelde klant als een algemene gebruikelijke aanprijzing wordt beschouwd en niet als een (misleidende) vergelijkende of superioriteitsclaim (rov. 5.16). Hiermee heeft het hof onderzocht (i) of sprake is van misleiding doordat de bij een direct bezoek aan de website gecommuniceerde prijzen ongunstiger zijn dan via andere kanalen en (ii) of de mededeling over “gunstige prijzen” misleidend is, hetzij als zodanig, hetzij in relatie tot de prijzen die worden geadverteerd op Google Shopping. Hierin ligt naar mijn mening besloten dat het hof tevens een oordeel heeft gegeven over de mededeling “lage 20/01382 Pagina 21 van 25 prijzen”, ook omdat die mededeling in de stellingen van Digital Revolution in verband wordt gebracht met een “gunstige prijs” of “de gunstigste prijs”.34 Het hof behoefde reeds hierom de vermelding “lage prijzen” niet afzonderlijk in de feitenvaststelling op te nemen. De klachten van de (sub)onderdelen 8.3, 8.4.2 en 9 falen daarom.

2.71 De klachten van onderdeel 12 falen in het voetspoor van de onderdelen 3 tot en met 11. Dit leidt tot de slotsom dat het cassatieberoep dient te worden verworpen. Ik heb in het middel geen klachten aangetroffen die rechtsvragen aan de orde stellen die beantwoording behoeven met het oog op de rechtseenheid of rechtsontwikkeling