31 mrt 2022
Overeenkomst kwalificeert als agentuur
Ktr. Rb Rotterdam 31 maart 2022, IT 3903; ECLI:NL:RBROT:2022:2547 (Canadese agentuurovereenkomst) Eisende partij heeft op grond van een overeenkomst werkzaamheden verricht voor een Canadees bedrijf. Na beëindiging van deze overeenkomst heeft hij een klanten- en beëindigingsvergoeding gevorderd. Hij stelt dat het ging om een agentuurovereenkomst en dat hij door het beëindigen van de overeenkomst recht heeft op een goodwillvergoeding en op de in de overeenkomst overeengekomen beëindigingsvergoeding. De kantonrechter oordeelt dat er inderdaad sprake is van een agentuurovereenkomst, omdat gedaagde eiser heeft opgedragen tegen beloning bij de totstandkoming van overeenkomsten bemiddeling te verlenen.
4.10. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de tussen partijen gesloten overeenkomst als agentuurovereenkomst moet worden aangemerkt, omdat [gedaagde 1] c.s. [eiser 1] heeft opgedragen tegen beloning bij de totstandkoming van (deel)overeenkomsten bemiddeling te verlenen. Dat [eiser 1] daarnaast ook het account van Liberty Global Europe beheerde, maakt dit niet anders. Het beheren van het account sluit immers niet uit dat [eiser 1] daarnaast ook bemiddelde bij het binnenhalen van nieuwe deelovereenkomsten.