DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 8 december 2022
IT 4175

Inhoudsopgave Computerrecht

EDITORIAL
217 Regulering van de digitale economie: de EU neemt veel hooi op haar vork / p. 389
M. de Koning & T. Van Canneyt

ARTIKELEN
218 Het ‘notice and action-mechanisme’ van de DSA: een adequaat evenwicht tussen de betrokken belangen? / p. 391
De langverwachte ‘Digital Services Act’ (DSA) is goedgekeurd. De DSA herziet het juridische kader voor de aansprakelijkheid en verantwoordelijkheden van ‘tussenhandelsdiensten’. De DSA bepaalt net als de Richtlijn Elektronische Handel dat de aanbieders van tussenhandelsdiensten niet aansprakelijk zijn voor illegale inhoud die de contentproviders met behulp van hun diensten versturen of opslaan. De DSA introduceert echter ook nieuwe verplichtingen voor de aanbieders van de verschillende soorten tussenhandelsdiensten. De aanbieders van ‘onlineplatforms’ en andere hostingdiensten worden onder andere verplicht om reactieve stappen te nemen tegen illegale inhoud. Deze bijdrage bespreekt het zogenaamde ‘notice and action-mechanisme’ om personen of entiteiten op de hoogte te brengen van gehoste illegale inhoud.
P.T.J. Wolters & R.M. Gellert

219 The Digital Markets Act: The EU Takes On ‘Big Tech’ / p. 403
The new regulation on contestable and fair markets in the digital sector, the Digital Markets Act (‘DMA’), is born out of a sense that ex-post competition law enforcement has been ineffective in reining in the power of “Big Tech” companies. In its pursuit of effective and timely intervention, the DMA marks a radical departure from the traditional case-by-case approach in competition law, dispensing with requirements such as market definition, establishing dominance, consideration of efficiency defences, etc. This new ex-ante regime, based on highly centralized enforcement of a limited set of detailed per se rules applied to a limited number of undertakings that meet certain thresholds of criticality, substantiality and durability, is expected to allow for a more swift and effective regulatory intervention in digital markets. But after years of frustration with the case-specific, fact-intensive approach under competition law, has the pendulum swung too far the other way, with a risk of over-intervention?
K. Stas & T. Bokhove

220 Veilige haven blijft en interessant nieuws voor e-commerce: de nieuwe Groepsvrijstellingsverordening verticale overeenkomsten /p. 420
In dit artikel gaan de auteurs in op de belangrijkste wijzigingen in de nieuwe Groepsvrijstellingsverordening verticale overeenkomsten op het gebied van online verkopen, informatie-uitwisseling in het kader van duale distributie, internetplatforms en pariteitsverplichtingen.
J. Blom & M. de Koning

RECHTSPRAAK
NEDERLAND
221 Vzr. Hof Amsterdam 12 juli 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:2582, m.nt. M.G. Schrijvers / p. 429
Het aanbieden van een cryptomunt gebaseerd op een open source softwareproduct zonder daarbij te verwijzen naar de toepasselijke open source licentievoorwaarden vormt schending van (a) de - gemeenschappelijke maar afzonderlijk handhaafbare - auteursrechten op het open source softwareproduct en (b) de licentievoorwaarden. Veroordeling tot nakoming van de licentievoorwaarden geldt voor EU-grondgebied.

BELGIË
222 Hof van beroep Antwerpen 23 maart 2022, 2020/AR/1830, m.nt. K. Scheerlinck & R. Schoefs / p. 440
In recente uitspraken van de ondernemingsrechtbank Antwerpen (zie Computerrecht 2022/223 en 2022/224) en van het hof van beroep te Antwerpen werden inbreukvorderingen met betrekking tot de auteursrechtelijke bescherming van software afgewezen op grond van het feit dat de eisende partijen niet zouden hebben voldaan aan hun positieve stelplicht, namelijk door geen positief bewijs te leveren van de auteursrechtelijke bescherming van de ingeroepen werken. Uit de geannoteerde uitspraken blijkt evenwel dat de lat voor de bewijslast relatief hoog wordt gelegd.

223 Ondernemingsrechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen 10 november 2021, A/21/1013, m.nt. redactie / p. 448
In drie recente uitspraken van de ondernemingsrechtbank en het hof van beroep te Antwerpen (zie Computerrecht 2022/222 en 2022/224) werden inbreukvorderingen met betrekking tot de auteursrechtelijke bescherming van software afgewezen op grond van het feit dat de eisende partijen niet zouden hebben voldaan aan hun positieve stelplicht, namelijk door geen positief bewijs te leveren van de auteursrechtelijke bescherming van de ingeroepen werken. Uit de geannoteerde uitspraken blijkt evenwel dat de lat voor de bewijslast relatief hoog wordt gelegd.

224 Ondernemingsrechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen 31 maart 2022, A/21/02557, m.nt. redactie / p. 453
In drie recente uitspraken van de ondernemingsrechtbank en het hof van beroep te Antwerpen (zie Computerrecht 2022/222 en 2022/223) werden inbreukvorderingen met betrekking tot de auteursrechtelijke bescherming van software afgewezen op grond van het feit dat de eisende partijen niet zouden hebben voldaan aan hun positieve stelplicht, namelijk door geen positief bewijs te leveren van de auteursrechtelijke bescherming van de ingeroepen werken. Uit de geannoteerde uitspraken blijkt evenwel dat de lat voor de bewijslast relatief hoog wordt gelegd.

225-238 TELECOMMUNICATIE / p. 456

239-252 PRIVACYBESCHERMING / p. 464

253-263 STRAFRECHT / p. 471