DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op vrijdag 16 september 2022
IT 4070
HvJ EU ||
8 sep 2022
HvJ EU 8 sep 2022, IT 4070; ECLI:EU:C:2022:644 (Ametic), https://itenrecht.nl/artikelen/hvj-eu-ametic

HvJ EU: Ametic

HvJ EU 8 september 2022, IEF 20956, IT 4070, IEFbe 3542; C‑263/21, ECLI:EU:C:2022:644 (Ametic) Verzoekster heeft rechtstreeks beroep ingesteld tegen billijke compensatie voor het kopiëren voor privégebruik. De bestreden handeling is een regeling die is uitgevaardigd ter uitvoering van het nieuwe artikel 25 van de wet op de intellectuele eigendom zoals, gewijzigd bij koninklijk wetsbesluit 12/2017. Met de eerste vraag wenste de verwijzende Spaanse rechter van het HvJ EU te vernemen of de samenstelling van de in lid 10 van het nieuwe artikel 25 van de wet op de intellectuele eigendom bedoelde rechtspersoon verenigbaar is met richtlijn 2001/29 of, meer in het algemeen, met de algemene beginselen van het Unierecht. De tweede vraag betrof of het verenigbaar is met richtlijn 2001/29 of met de algemene beginselen van het Unierecht, dat de nationale wetgeving die rechtspersoon de bevoegdheid verleent om informatie op te vragen, waaronder informatie over de boekhouding, van diegenen die verzoeken om afgifte van het certificaat inzake vrijstelling van de verplichting tot betaling van de billijke compensatie voor het kopiëren voor privégebruik [IEF 20350].

Beantwoording van de prejudiciële vragen:

Het Hof (Vijfde kamer) verklaart voor recht:

1)      Artikel 5, lid 2, onder b), van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, en het beginsel van gelijke behandeling

moeten aldus worden uitgelegd dat:

zij zich niet verzetten tegen een nationale regeling krachtens welke een rechtspersoon die is opgericht door en onder zeggenschap staat van de organisaties voor het beheer van intellectuele-eigendomsrechten, wordt belast met het beheer van de betalingsvrijstellingen en de terugbetalingen van de compensatie voor het kopiëren voor privégebruik, wanneer die nationale regeling bepaalt dat de afgifte van de vrijstellingscertificaten en de toekenning van de terugbetalingen tijdig moeten gebeuren op basis van objectieve criteria die deze rechtspersoon niet de mogelijkheid bieden om een aanvraag voor een dergelijk certificaat of een dergelijke terugbetaling af te wijzen op grond van overwegingen die de uitoefening van een beoordelingsmarge impliceren, en dat tegen de besluiten van die rechtspersoon tot afwijzing van een dergelijke aanvraag beroep kan worden ingesteld bij een onafhankelijke instantie.

2)      Artikel 5, lid 2, onder b), van richtlijn 2001/29 en het beginsel van gelijke behandeling

moeten aldus worden uitgelegd dat:

zij zich niet verzetten tegen een nationale regeling op grond waarvan een rechtspersoon die is opgericht door en onder zeggenschap staat van de organisaties voor het beheer van intellectuele-eigendomsrechten en die is belast met het beheer van de betalingsvrijstellingen en de terugbetalingen van de compensatie voor het kopiëren voor privégebruik, inzage mag vragen in de gegevens die nodig zijn voor de uitoefening van de controlebevoegdheden die hem daartoe zijn verleend, zonder dat deze rechtspersoon met name het geheime karakter van de bedrijfsboekhouding waarin het nationale recht voorziet, kan worden tegengeworpen, waarbij deze rechtspersoon verplicht is de vertrouwelijkheid van de verkregen informatie te waarborgen.