Huur van muziekcomputer niet bewezen door akte
Hof Amsterdam 10 december 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:4552 (appellanten tegen Mood Media)
Huurovereenkomst Muziekcomputer. Niet voldaan aan verplichting artikel 21 Rv. Onvoldoende onderbouwing van ondertekening onderhandse akte.
Appellanten heeft in november 2008 café De Zon overgenomen van een derde, deze huurde een muziekcomputer en apparatuur van Mood Media en na de overname in het café blijven staan. Er is na bezoek van het café een huurovereenkomst aangegaan. Partijen twisten of het stuk als een onderhandse akte geldt en of het stuk de inhoud van de gemaakte afspraken juist weergeeft. Dat appellant namens een ander heeft ondertekend, strookt niet met het aantreffen van twee zeer verschillende handtekeningen. De inconsequente en niet onderbouwde feitelijke stellingen van Mood Media omtrent de ondertekening, laat het Hof de vorderingen van Mood Media alsnog afwijzen.
3.7. Daarbij komt dat de stelling dat [appellant sub 3] voor zichzelf heeft ondertekend én voor [appellante sub 2] niet strookt met het aantreffen van twee zeer verschillende handtekeningen onder het schriftelijke stuk, tenzij dit zo moet worden opgevat dat [appellant sub 3] heeft ondertekend met zijn eigen handtekening en met een valse handtekening althans een handtekening die door moet gaan voor de handtekening van [appellante sub 2]. Dit wordt door Mood Media echter niet uitdrukkelijk gesteld en is overigens op voorhand bepaald onaannemelijk. Bovendien ligt het niet voor de hand dat haar vertegenwoordiger akkoord zou zijn gegaan met een dergelijke handelwijze. Het voorgaande maakt dat Mood Media haar stelling dat [appellant sub 3] voor zichzelf en voor [appellante sub 2] heeft ondertekend niet deugdelijk heeft onderbouwd. Daarbij komt dat Mood Media niet heeft aangeboden te bewijzen dat [appellant sub 3] voor zichzelf en voor [appellante sub 2] heeft ondertekend doch slechts in algemene zin heeft aangeboden [getuige 1] te doen horen als getuige. Het hof gaat dan ook voorbij aan de standpunten die Mood Media bij pleidooi heeft ingenomen. Het hof is, samengevat, van oordeel dat de inconsequente en niet onderbouwde feitelijke stellingen van Mood Media omtrent de ondertekening niet kunnen dienen ter onderbouwing van haar stelling dat de huurovereenkomst is ondertekend door (een van) de vennoten van de [appellante sub 1].
3.8. Het voorgaande betekent dat in dit geding niet is vast komen te staan dat de ondertekening van de huurovereenkomst van [appellant sub 3] of van [appellante sub 2], laat staan van beiden, afkomstig is. Dat betekent dat de akte jegens [appellanten] geen (dwingend) bewijs oplevert. Mood Media heeft niet aangevoerd dat zij op andere wijze dan met dit stuk kan bewijzen dat partijen zijn overeengekomen dat de huur van de muziekcomputer en toebehoren is aangegaan voor de duur van 36 maanden. De door haar gestelde grondslag voor haar vordering ontbreekt zodat deze niet kan worden toegewezen.