Hacken OV-chipkaart: computervredebreuk
Rechtbank Utrecht 8 december 2010, 16-711232-10 (LJN: BO6723). Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan computervredebreuk, het opzettelijk vervalsen van OV-chipkaarten en het voorhanden hebben van computerapparatuur en software om de OV-chipkaarten te vervalsen. Hiervoor is hij veroordeeld tot een werkstraf van zestig uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand.
Verdachte heeft meerdere OV-chipkaarten vervalst. Uit het vonnis blijkt dat verdachte voor € 30 een kaartlezer heeft aangeschaft en de benodigde hacksoftware via het internet heeft gedownload. De verdachte stelt bij de rechter dat hij vanuit idealen heeft gehandeld:
"Verdachte heeft met zijn handelwijze willen aantonen dat de beveiliging van de OV-chipkaart zo lek als een mandje is."
Uit het vonnis blijken echter de volgende feiten:
"Nader onderzoek door de politie wijst een veelvuldig terugkerende reisbeweging tussen Leiden CS en Schiphol uit op meerdere gehackte kaarten en daarnaast op meerdere andere reisbewegingen. Uiteindelijk wordt verdachte door de politie aangehouden. Bij de doorzoeking in de kamer van verdachte te Leiden wordt door de politie onder meer een kaartlezer, een computer en elf OV-chipkaarten in beslaggenomen. [...] Verdachte bekent bovendien dat hij aan vier van zijn collega’s een gehackte kaart heeft verschaft en aan een van hen zelfs meerdere gehackte kaarten."
De verdachte beroept zich op de vrijheid van meningsuiting, artikel 10 EVRM.
"Volgens verdachte heeft hij zelf echter nooit voordeel gehad van de vervalste passen, omdat hij zelf altijd een regulier vervoersbewijs gebruikte naast de gehackte pas en hij de passen aan zijn collega’s heeft verstrekt tegen de kostprijs van een anonieme OV-chipkaart. Zijn oogmerk was slechts het aantonen dat de beveiliging van de OV-chipkaart niet deugde en in strijd was met het belang van privacy. [...] De raadsman heeft aangevoerd dat het feit niet strafbaar is, omdat verdachte op grond van artikel 10 van het Verdrag van de Rechten van de Mens en Fundamentele Vrijheden (EVRM) het recht heeft op vrije meningsuiting en het hacken van de OV-chipkaart voor hem een onderzoek betrof om zijn mening dat de OV-chipkaart onvoldoende beveiligd was te onderbouwen met feitelijke gegevens."
De rechtbank maakt daar korte metten mee:
"De rechtbank acht het verweer van verdachte dat hij slechts bezig was om zijn standpunt ten aanzien van de beveiliging van de OV-chipkaart te onderbouwen met feitelijke gegevens niet aannemelijk. De door de raadsman aangehaalde jurisprudentie heeft betrekking op met deze zaak onvergelijkbare zaken. Uit niets blijkt dat verdachte contact heeft gezocht met de media of met [bedrijf 1] om zijn standpunt met betrekking tot de beveiliging van de OV-chipkaart weer te geven. Verdachte heeft weliswaar verklaard dat zijn onderzoek nog niet was afgerond, maar op het moment van zijn aanhouding had hij al 26 OV-chipkaarten vervalst en uit niets blijkt dat verdachte van plan was hiermee op korte termijn te stoppen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat onder deze omstandigheden het beroep van verdachte op artikel 10 van het EVRM niet kan slagen.
Verdachte is OV-chipkaarten binnengedrongen die eigendom zijn van [bedrijf 1] en heeft daarbij, door onder meer speciaal daarvoor aangeschafte computerapparatuur, de beveiliging doorbroken. Dit zijn ernstige strafbare feiten. Het is van groot economisch en maatschappelijk belang dat consumenten vertrouwen moeten kunnen hebben in waardekaarten zoals de OV-chipkaart. Door de computervredebreuk en vervolgens het vervalsen van OV-chipkaarten is een ernstige inbreuk gemaakt op het vertrouwen van de consument in de OV-chipkaart. Wanneer dit vertrouwen niet meer aanwezig is, bestaat het risico van ontwrichting van het openbaar vervoer. Dit kan tevens leiden tot grote schade voor de eigenaar van de OV-chipkaart, Aan verdachte dient dan ook een straf te worden opgelegd."
Lees het vonnis hier.