Computerrecht 2020-1
Computerrecht 2020, afl. 1 - Inhoudsopgave
THEMANUMMER: AI EN RECHT
EDITORIAL
1 Kunstmatige intelligentie in Belgisch recht: een stand van zaken / p. 1
S. De Schrijver
ARTIKELEN
2 Tien voorstellen voor aanpassingen aan het Nederlands procesrecht in het licht van Big Data / p. 4
Nederland transformeert naar een data-gedreven samenleving. De politie, belastingdienst en uitkeringsinstanties experimenteren met Big Data en private partijen gebruiken algoritmes en profielen om beleidskeuzes te maken. In onderzoek dat is verricht in opdracht van het Ministerie van Justitie wordt geconcludeerd dat 10 veranderingen aan het Nederlands recht nodig zijn om deze transitie in goede banen te leiden.
B. van der Sloot & S. van Schendel
3 AI, strafrecht en het recht op een eerlijk proces / p. 14
Data-analyse wordt steeds belangrijker binnen het strafrecht. In de afgelopen jaren heeft de politie onder andere door inbeslagname van servers een schat aan gegevens verzameld over criminelen. Met behulp van geavanceerde data-analyse technieken wordt de politie wegwijs in deze berg gegevens. Naast data-analyse technieken is ook algoritmische besluitvorming binnen het strafrecht aan een opmars bezig. Het voornaamste vraagstuk is hier of de juistheid en legitimiteit van dergelijke besluitvorming te controleren valt. In dit artikel staat de vraag centraal in hoeverre geavanceerde data-analyse en algoritmische besluitvorming raakt aan het recht op een eerlijk proces als beschreven in artikel 6 EVRM.
B.W. Schermer & J.J. Oerlemans
4 AR meets AI. Een bestuursrechtelijk perspectief op een nieuwe generatie besluitvorming / p. 22
De ontwikkelingen op het terrein van artificiële intelligentie (AI) volgen elkaar in snel tempo op, ook binnen het bestuurlijk-juridische domein. Het afgelopen najaar heeft het kabinet zelfs een Strategisch Actieplan voor Artificiële intelligentie (SAPAI). Hoewel het bestuursrecht- in het pre-digitale tijdperk nog aangeduid als administratief recht (AR) - vanouds een dubbele functie heeft van legitimeren én begrenzen van overheidsoptreden en dus een belangrijke rol kan vervullen in het debat over AI, staat het nog grotendeels buitenspel. Dit artikel verkent daarom wat het bestuursrecht te bieden heeft als het gaat om de normering van AI binnen het openbaar bestuur.
C.J. Wolswinkel
5 Algoritmen en AI: distopische black box of glazen bol? Is een wettelijk kader voor transparantie van algoritmen mogelijk en wenselijk? / p. 30
Algoritmen besturen en bepalen meer en meer de besluitvorming van overheid, bedrijfsleven en personen over personen. Besluitvorming met rechtsgevolgen voor de betrokkenen moet volgens de AVG transparant en verklaarbaar zijn. Wat betekenen die eisen voor de ontwikkeling en toepassing van algoritmen? Is regulering realistisch, zijn algemene beginselen een beter idee of worden we “slaves to the Algorithm”?
R. van den Hoven van Genderen
6 De rechtspraktijk: toepassing van AI in de rechtspraak / p. 40
Dit artikel verkent toepassing van kunstmatige intelligentie in de rechtspraak. Wat kan AI voor nut hebben voor de rechtspraak, en wat is daar voor nodig? Rechtspraak is, als we los van de inhoud naar de processen kijken, reduceren van complexiteit. Lang niet al het werk van de rechtspraak is complex maatwerk. Daarom is informatietechnologie, met inbegrip van kunstmatige intelligentie, niet voor alle rechtszaken dezelfde. Welke AI heeft zich intussen voor die verschillende processen al bewezen? Hoe kan de rechtspraak met AI werken volgens de normen van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens? De Raad van Europa ontwikkelde hiervoor de Ethische Principes voor gebruik van AI in de rechtspleging. En hoe kan juridische informatie voor AI beter bruikbaar worden gemaakt?
A.D. Reiling
RECHTSPRAAK
NEDERLAND
7 Hoge Raad 11 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1581 (Fraanje/Alukon), m.nt. mr. W.F.R. Rinzema / p. 46
De in artikel 6:82 en 6:83 BW vervatte hoofdregels omtrent ingebrekestelling en verzuim bevatten geen strakke regels maar beogen een redelijke oplossing te geven om vast te stellen wat in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van partijen mag worden verwacht. Termijnen die eerder zijn gesteld en eerdere sommaties kunnen van belang zijn bij de beoordeling van de redelijkheid van de in een aanmaning gestelde termijn. Verzuim kan ook intreden indien de schuldenaar niet of niet toereikend reageert op een verzoek om binnen een redelijke termijn toe te zeggen dat hij binnen een gestelde, eveneens redelijke, termijn zal nakomen, of om zich binnen een redelijke termijn uit te laten over de wijze waarop en de termijn waarbinnen hij gebreken in de uitvoering van de overeenkomst zal herstellen.
8 Rb. Amsterdam (vzr.) 11 november 2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:8415, m.nt. mr. D.M. Linders & mr. drs. H.F. Lankhorst / p. 49
Facebook is verplicht om nu en in de toekomst nepadvertenties te weren waarin John de Mol Bitcoins en andere cryptovaluta aanprijst. Facebook kan geen beroep doen op de vrijwaringsbepaling.
9 Rb. Midden-Nederland 15 oktober 2019, ECLI:NL:RBMNE:2019:4766, m.nt. prof. mr. dr. J.J. Oerlemans / p. 53
In deze zaak is een verdachte veroordeeld voor het bezit, toegang en de verspreiding van kinderpornografie via het kinderpornoforum ‘Playpen’.
10-23 TELECOMMUNICATIE / p. 58
24-28 PRIVACYBESCHERMING / p. 63
29-40 STRAFRECHT / p. 65