Boetes en schade: contractpraktijk op zijn kop?
Rechtbank Utrecht 22 juni 2011, LJN BQ8727 (SVT tegen Mediq en Mediveen)
Een zeer opmerkelijk uitspraak op IE Forum legt een bom onder de IT-contractpraktijk. Volgens de wet komen boetes in plaats van schade. Binnen IT-contracten wordt veel gewerkt met boetebedingen (denk aan service credits, penalties, kortingen, etc. etc.). Boetes staan doorgaans niet in verhouding tot schade en dienen als stok achter de deur. Vandaar dat partijen in de regel bepalen dat de boeteregeling het recht op schadevergoeding onverlet laat. Partijen beogen daarmee te regelen dat de klant die boetes heeft geïncasseerd, ook nog schade mag vorderen van de leverancier. Rechtbank Utrecht ziet dat anders
Hoe zit het ook al weer? Art. 6:92 lid 2 BW bepaalt:
"Hetgeen ingevolge een boetebeding verschuldigd is treedt in de plaats van de schadevergoeding op grond van de wet."
Spreek je voor een tekortkoming een boete af en is die boete verschuldigd, dan kun je terzake dus geen schade vorderen. Omdat dit regelend recht is, kun je ervan afwijken. In de praktijk zie je dan ook vaak bepalingen als:
"Dit boetebeding laat onverlet de mogelijkheid van klant om schade te vorderen."
Daarmee beogen partijen het instellen van een schadevordering naast de boete mogelijk te maken. Rechtbank Utrecht ziet het echter anders:
"4.75. In artikel 5.2 van de algemene voorwaarden is over de verhouding van de verschuldigde boete tot de schadevergoedingsverplichting de volgende zinsnede opgenomen: “onverminderd het recht van de ontwerper een vergoeding voor de daadwerkelijk geleden schade te vorderen”. Deze zinsnede laat ruimte voor een verschillende uitleg daarvan. De bepaling kan uitgelegd worden als een regeling die schadevergoeding naast de contractuele boete uitsluit, maar ook als een bepaling die een dergelijke samenloop wel toelaat. In een dergelijk geval, waarin de strekking van het boetebeding niet duidelijk is, dient de bepaling in het voordeel van de schuldenaar te worden uitgelegd (Parlementaire Geschiedenis Boek 6 BW p. 322). Dit betekent dat artikel 5.2 van de algemene voorwaarden in die zin moet worden uitgelegd dat daarmee niet is beoogd af te wijken van het wettelijke uitgangspunt dat de verbeurde contractuele boete in de plaats treedt van de verschuldigde schadevergoeding. Nu het gevorderde bedrag aan schadevergoeding lager is dan het gevorderde bedrag aan boete, is de gevorderde schadevergoeding alleen toewijsbaar, als geoordeeld moet worden dat Mediq en/of Mediveen de contractuele boete niet verschuldigd zijn. "
Als dit de heersende leer is, zal veel afnemers van IT-diensten het klamme zweet uitbreken. Overeengekomen boetebedingen komen dan toch in een ander licht te staan. Moeten ze het inderdaad stellen met (vaak) beperkte boetes in plaats van een forsere schadevergoeding?
De overweging van de rechtbank vind ik niet overtuigend. De zinsnede “onverminderd het recht van de ontwerper een vergoeding voor de daadwerkelijk geleden schade te vorderen” lijkt toch duidelijk te duiden op én én (schade en boete). Anders dan de rechtbank lijkt mij dat de zinsnede geen ruimte laat voor een uitleg dat de regeling schadevergoeding naast de contractuele boete uitsluit. Ik vraag mij dan ook af of andere rechters de Utrechtse rechter zullen volgen.
In de praktijk bepalen partijen overigens vaak dat evetentueel betaalde boetes in mindering komen op schadevergoeding. In dat geval is duidelijk dat partijen samenloop wél mogelijk achten. Om het echt helemaal dicht te timmeren zou je moeten gaan werken met bepalingen zoals de volgende:
"Het recht van klant om aanspraak te maken op boetes, laat het recht van klant om in plaats van de boete of naast de boete schade te vorderen, onverlet. [Boetes worden op schadevergoeding terzake van het feit dat aanleiding gaf tot boete in mindering gebracht.]"
Ik heb nu slechts stilgestaan bij de samenloop van boetes en schadevorderingen. Een boetebeding kan ook effect hebben op andere rechten van schuldeiser en partijen treffen voor die effecten ook vaak regelingen.