16 sep 2021
Beantwoording prejudiciële vragen over levering software
HvJ EU 16 september 2021, IT 3660, IEF 20196, IEFbe 3282; ECLI:EU:C:2021:742 (The Software Incubator tegen Computer Associates) De Supreme Court of the United Kingdom heeft het Hof verzocht een prejudiciële beslissing te nemen. Hierbij werden twee vragen gesteld:
1) Als computersoftware elektronisch wordt geleverd, valt dit dan onder 'goederen' volgens de betekenis van dat begrip zoals dit staat in de definitie van een handelsagent in richtlijn 86/653? 2) Indien de software aan klanten van een principaal wordt geleverd door een licentie van onbepaalde tijd toe te kennen, valt dit dan onder 'verkoop van goederen' volgens richtlijn 86/653?
Gezamenlijk worden deze vragen beantwoord door het begrip 'verkoop van goederen' uit te leggen. Volgens artikel 1, lid 1, is een handelsagent een zelfstandig tussenpersoon die is belast met het tot stand brengen van de verkoop of de aankoop van goederen voor een ander. Hieruit volgen drie vereisten: er moet een tussenpersoon zijn, er moet een overeenkomst worden gesloten en er moet een activiteit worden uitgeoefend om de aankoop of verkoop van goederen tot stand te brengen. Het Hof legt dit als volgt uit. Software kan als een goed worden aangemerkt, ongeacht of het op een materiële drager wordt verstrekt. Ook is er sprake van verkoop, aangezien bij het sluiten van de overeenkomst de intellectuele eigendomsrechten van een kopie worden overgedragen. 'Verkoop van goederen' betekent dus dat het betrekking kan hebben op de elektronische levering van computersoftware aan een klant tegen betaling van een prijs, wanneer deze levering gepaard gaat met het verlenen van een permanente licentie voor het gebruik van die software.
42. Zo heeft het Hof geoordeeld dat de beschikbaarstelling van een kopie van computersoftware via een download en de sluiting van een licentieovereenkomst voor het gebruik ervan, die deze kopie duurzaam bruikbaar moet maken voor de klanten tegen betaling van een prijs waarmee de houder van het auteursrecht een vergoeding moet kunnen verkrijgen die overeenstemt met de economische waarde van de kopie van het hem toebehorende werk, de overdracht van het intellectueel eigendomsrecht van die kopie impliceren (zie in die zin arrest van 3 juli 2012, UsedSoft, C‑128/11, EU:C:2012:407, punten 45 en 46)
43. Gelet op de bewoordingen van artikel 1, lid 2, van richtlijn 86/653 moet bijgevolg worden geoordeeld dat de elektronische levering van computersoftware aan een klant tegen betaling van een prijs, wanneer deze levering gepaard gaat met het verlenen van een permanente licentie voor het gebruik van die software, kan vallen onder het begrip „verkoop van goederen” in de zin van die bepaling.
44. Deze uitlegging wordt bevestigd door de context van deze bepaling.