Arrest diefstal virtueel goed
HR 31 januari 2012, LJN BQ9251 (Runescape.nl diefstal virtuele goedern, concl. AG Hofstee) - persbericht
In navolging van IT 416 Virtueel amulet en masker in het online spel Runescape kunnen worden aangemerkt als ‘goed’ in de zin van art. 310 Sr en zijn vatbaar voor diefstal. Verdachte en medeverdachte dwongen het slachtoffer met geweld en bedreiging met geweld zich aan te melden op zijn account in het online spel Runescape en de virtuele objecten achter te laten (te droppen) in de virtuele spelomgeving.
De verdachte kon vervolgens het virtuele amulet en masker overzetten naar zijn eigen Runescape-account, waardoor het slachtoffer de beschikkingsmacht over deze objecten is verloren. Die virtuele objecten, waarover het slachtoffer de feitelijke en exclusieve heerschappij had, hadden voor hem, verdachte en zijn mededader een reële waarde.
Tegen de achtergrond van de bedoeling van de wetgever om de beschikkingsmacht van de rechthebbende op een ‘goed’ te beschermen, en de eerdere rechtspraak dat daaronder ook niet-stoffelijk objecten kunnen vallen, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de virtuele aard van de objecten op zichzelf niet eraan in de weg staat deze aan te merken als goed in de zin van art. 310 Sr. De enkele omstandigheid dat een object ook eigenschappen heeft van ‘gegevens’ in de zin van art. 80quinquies Sr brengt niet mee dat dit object reeds daarom niet meer als goed in de zin van art. 310 Sr kan worden aangemerkt. In grensgevallen waarbij niet-stoffelijke zaken zowel kenmerken van een ‘goed’ als van ‘gegevens’ vertonen, is de juridische duiding afhankelijk van de omstandigheden van het geval en de waardering daarvan door de rechter. De klacht dat het wegnemen van het virtuele bezit van een ander juist een van de doelen van het spel Runescape is, stuit erop af dat de spelregels niet voorzien in de door verdachte en zijn mededader gevolgde wijze van wegnemen.
Op andere blogs
De Gier|Stam & Advocaten
SOLV
ICTRecht